Louk en tante

‘Give the ones you love
wings to fly
roots to come back to and
reasons to stay’
Dalai Lama

 

 
Vroeger logeerde ik bij ze, oom en tante.
Warme gezellige onvergetelijke zomervakanties waar ik met liefde aan terugdenk.

 

Later neemt het leven zijn loop en zien we elkaar slechts sporadisch.
Tot die zaterdag, die mail: tante is niet goed geworden tijdens de koorrepetitie en direct opgenomen.
Spoedonderzoeken worden gedaan, maar duidelijk is al dat het er slecht uitziet.
Ik schrik, bel zus: ‘Zullen we?’

 

Maandagmiddag stappen we onaangekondigd haar ziekenhuiskamer in, voorzichtig, gespannen en bang voor wat in het verschiet ligt.
Niet nodig, de gezichten van oom, tante en hun dochter lichten verrast op als ze ons zien.
Tante, met de vertrouwde blik waarmee ze zo je ziel in kijkt, lacht, opent haar armen en zegt met die warme stem van haar: ‘Kind, ben je daar.’
Alleen maar dat: ‘Kind, ben je daar.’
Alleen maar dat.
De jaren vallen weg, het enige wat telt is dat we nu hier bij elkaar zijn, en blij met elkaar.

 

Tante overleed niet lang daarna.
De herinnering aan haar, haar blik en haar lach, blijven in mij.
En leven op, elke keer als kleinzoon Louk mijn tuin in komt, mij ziet en stil staat.
Diep in mijn ogen kijkt en verrukt lacht.
Zijn lach zegt wat tante toen zei.

 

7-12-2025
 

CorAaltjes Droom en Uitweg

In de tweede ronde van onze laatste dichtsessie kwamen deze vijf willekeurige woorden tevoorschijn:
Bierflessen, Vlucht(en), Knieën, Land, Uitademen.
En deze CorAaltjes waren het resultaat:
Aaltje:

 

Droom

 

Op de knieën verdwaasd
tasten naar elkaar met
bierflessen als ijkpunt in
zandig land waar éénoog koning is.
Hoe vluchten een schijn van
verbondenheid haalbaar maakt.
Dorst! Nog een slok.
Droom op de knieën
in een verbaasd, verdwaasd
uitademen

 

Cora
Uitweg

 

In het geluid van rinkelende
bierflessen weerklinkt een
wrekende werkelijkheid
de nacht weigert nog langer
de waarheid te verhullen

 

ziende blind lekken mijn
ogen langs mijn poreuze
wangen, bijna bezwijken
mijn knieën onder het gewicht
van alles wat ik voel en

 

vind, weg vlucht ik van
de grauwsluier die dit
dove land bedekt adem
november mijn lijf uit
en vertrouwen diep in

 

30-11-2025

Zonder woorden, een Loukverhaal

Soms heeft Louk zijn dag niet en is dat bij het opstaan al duidelijk: hij oogt moe, is traag, humeurig en wil niet eten.
Wat de oorzaak is, blijft vaak onduidelijk.
Een echte uitdaging dus voor zijn begeleiders:
Vindt Louks puberbrein dat het nog lang geen dag is?
Laat zich hier een familiaal dingetje gelden: een ochtendhumeur?
Of is het epileptisch, zit er een insult aan te komen?
Ervaart hij misschien bijwerkingen van de zware anti-epileptica die hij krijgt?
Of zit colitis hem dwars en heeft hij buikpijn?

 

Hijzelf kan het niet vertellen, niet met woorden.
Maar de goede verstaander kijkt en begrijpt hoe Louk laat zien wat hij niet wil maar ook laat zien wat hij wèl nodig heeft.
Zoals op een ochtend een paar weken geleden:

 

Na een trage ochtendstart komt Louk laat binnen bij groep Goud (dagbesteding).
Als hij de leidster ziet, lacht hij, loopt naar haar toe, pakt haar hand en trekt haar zachtjes mee naar het bed. (er staat een bed in de groepsruimte voor Louks dutjes overdag)
Hij gebaart haar om te zitten en legt zijn koe- en tijgerknuffels op haar schoot.
Gaat dan op zijn zij liggen, met zijn hoofd op de tijger en doezelt lekker weg.
En zij begrijpt dat hij dit nu nodig heeft en neemt de tijd voor hem.
Een paar minuten is genoeg.
Dan vraagt ze of hij mee gaat wandelen.
Louk schiet overeind, klaarwakker.
Want wandelen is óók leuk!
24-11-2025

CorAaltjes De Tijd voorbij en Balsem

Aaltje en ik deden een ronde ‘Vijfwoordengedichten.’
Uit Aaltjes prachtige, net uitgekomen, dichtbundel ‘Kikkerperspectief’ kozen we vijf willekeurige woorden en verwerkten die allebei in een gedicht, een CorAaltje.
(dagelijks blader ik in haar bundel en laat me meevoeren van licht en luchtig naar diep en doorleefd, en weer terug)
Dit zijn de vijf woorden:
Ontloken Verklaard Olie Verslapte Gladgestreken.

 

De Tijd voorbij
CorAaltje van Aaltje

 

Ontloken verklaard, zei ze,
wijzend naar de groene punten.
Zo teder gladgestreken en
ontrold aan de kronkelige twijgen.

 

Als met olie bestreken, zei ze en
we kusten elkaar opgetogen
Haar ogen glansden maar
mijn mond vormde woorden:

 

verslapte aftreksels van
klinkende zinnen die dof
van mijn lippen ploften in
klevende letters, grijze zinnen.

 

Hol echoënd verklonken ze,
mijzelf en de tijd voorbij,
waarbij haar prachtige ogenglans
langzaam en treurig doofde.

 

Ontrold aan de kronkelig
ontloken verklaarde twijgen
trok een vervreemdende stilte
in dodelijk zwijgen voorbij.

 

 

balsem
CorAaltje van Cora:

 

 

liefde die nog
nauwelijks ontloken
niet verklaard
of uitgesproken

 

in ogen woont in
een lach in een
hand die de mijne
pakt en me meeneemt

 

naar een wereld waar
weerstand verslapt
vertrouwen woont en de
geur van lavendelolie

 

de ziel kalmeert
waar vroeger is
gladgestreken waar
jij bent en wij zijn

 

 

23-11-2025

What’s in a name, een Loukverhaal

Tot voor kort haalde de bus kleinzoon Louk ’s morgens thuis op en bracht hem naar het kdc (kinderdienstencentrum) oftewel: ‘naar de kindjes.’
Sinds kort woont hij in een gezellige kamer in een woonvoorziening.
Ook hier wordt hij elke ochtend opgehaald.
Maar nu gaat hij niet ‘naar de kindjes.’
In de rapportages van zijn begeleiders lees ik verschillende omschrijvingen voor zijn dagbestemming:
Zo zegt de een dat Louk naar de ‘db’ gaat, de ander ‘dagbesteding’, ook wordt ‘groep Goud’ regelmatig genoemd.
Vorige week schreef een begeleider dat Louk ‘opgewekt naar zijn werk ging.’
Ook lees ik regelmatig dat hij moe ‘thuis’ komt.

 

Die omschrijvingen kloppen allemaal en trouwens, what’s in a name?
Louk woont nu daar, en daar is hij thuis.
En natuurlijk kan je zijn activiteiten in groep Goud als werk beschouwen.
Louk boeit het voor geen meter hoe dingen heten.
Alleen voor zijn ouders en voor mij is het even wennen.
We grappen er een beetje over want Louk heeft (nadat de eerste groep tegenviel) in ‘groep Goud’ wel een unieke ‘werkplek’ gevonden:
Hij krijgt door de dag drinken en fruithapjes aangeboden.
Als hij smult van een kaastosti, krijgt hij er gewoon nog twee.
En er wordt vaak gewandeld waar hij dol op is.
Hij legt er dierenpuzzels en componeert creaties van dierenplaatjes, op zijn bed, op de grond, op tafel.
En als hij ‘vier op een rij’ speelt en alles op de grond gooit als het niet lukt, dan met zijn voeten alle stukjes op kleur legt en ze vervolgens weer terug doet in het speelraam, dan krijgt hij van lieve leidsters complimentjes voor het resultaat.
Kom daar maar eens om bij de gemiddelde werkplek!

 

8-11-2025

Zorgen

Leonard Cohen:
‘to go forth in our work, in our walk,
And create a bit of peace,
A bit of light in our darkening world’

 

Nahijgend en zwetend kleed ik me om.
Zij ook, we zijn alleen in de kleedkamer.
Het is stil tot ik haar hoor fluisteren: ‘Ik ken jou.’
Ik kijk op, herken haar niet, vraag: ‘Waarvan?’
‘Je man, ik kwam van de terminale thuiszorg bij jullie, ik hielp hem die laatste week, hij had het moeilijk.’
Het verrast me: ‘Maar dat is al 24 jaar geleden en je hebt vast heel veel cliënten gehad en je herinnert je ons nog? En ik was nog niet eens grijs toen.’
Ze lacht: ‘Ja en toch, sommige mensen, sommige situaties, blijven me altijd bij.’

 

Het ontroert me, de tijd dat ik regelmatig mensen tegen kwam die hem goed kenden en kwamen met verhalen over hem, is al heel lang voorbij.
Nieuwsgierig vraag ik: ‘Werk je nog in de terminale zorg?’
‘Nee, ik ben met vervroegd pensioen gegaan.’
‘Je was er klaar mee?’
‘Nee, dat nooit maar ik kon er niet meer tegen. Al die regels en dan dat tijd schrijven en die controle. Je werkt wel met mensen hoor, die passen niet in een tijdvak van minuten. Wil je weten wat de druppel was?’
Ik knik: ‘Was dat bij ons?’
‘Nee nee, bij jullie was het goed. Jij was er en er was veel aanloop. Nee ik kwam kort daarna bij een oude terminale vrouw die niemand meer had. Op een dag kwam ik binnen en zag dat het afliep maar er was niemand die ik kon waarschuwen. Toen ben ik bij haar gebleven.’
Ze zwijgt, zucht: ‘Ik zou het zo weer doen. Maar ik heb daar achter af voor op m’n donder gehad. Dat ik daar veel te lang was gebleven. En dat ik dat niet mocht declareren. Dat zou ik ook nooit doen. En trouwens, de uren dat je ergens langer was dan ingepland, werden toch al nooit uitbetaald. En dat geld boeide mij helemaal niet. Die vrouw had niemand daarom bleef ik. Nou en toen dat gebeurde, dat ik werd uitgekafferd omdat ik te lang bij een stervende vrouw bleef, toen knapte er iets in mij. Toen wilde ik niet meer.’

 

Ondertussen hebben we ons omgekleed, staan nog even bij elkaar terwijl ze me dit vertelt.
Ik raak haar arm aan: ‘Dit snap ik zo goed! Hoe gaat het nu met je? Je draai gevonden?’
‘Ja’ zegt ze, ‘nu help ik gewoon wie ik wil en zo lang als ik wil.’
We nemen afscheid, handen in elkaar.
‘Dankjewel, voor toen en voor dit nu!’
‘Jij ook!’

 

Ik weet verder niets van haar maar zal haar niet vergeten.

 

 

2-11-2025

Onbeantwoorde vragen

Bij cappuccino’s en verrukkelijk Dordts hazelnootgebak praten we bij.
Belanden zoals vaker in de diepere lagen en vragen van het leven.
Zoals: spijt hebben van onuitgesproken vragen.  

 

Ik vertel hoe in de jaren na zijn vroege overlijden, vragen in me opkwamen voor mijn vader: hoe was het om puber te zijn in een klein Veluws dorp in WO2?
Om vader van vijf te zijn in de jaren vijftig en zestig.
Om in de WAO terecht te komen en de gevolgen die dat had, voor hem, voor ons.
Over zijn kijk op gezin en opvoeding.
Natuurlijk, met mijn eigen herinneringen en verhalen van wie hem kenden, heb ik een beeld opgebouwd van hem.
Maar in de loop van de tijd word ik steeds nieuwsgieriger naar zijn levensverhaal, in zijn eigen woorden.

 

Ze luistert intens, knikt af en toe.
Zwijgt zo lang dat ik halverwege een zin stop en vragend mijn wenkbrauwen optrek.
Ze vertelt hoe mijn verhaal haar onweerstaanbaar herinnert aan een voorval van lang geleden:
Regelmatig bezocht ze haar moeder, destijds ver in de negentig, in het verzorgingshuis waar ze woonde.
Korte bezoekjes, thee, koekje, luchtige babbeltjes.
Tot haar moeder op een middag midden in zo’n oppervlakkig gesprekje, ineens zei: ‘Ik wou dat iemand mij eens een vraag stelde.’
Het overrompelde haar.
Ze negeerde het, pakte het gesprek over dagelijkse dingen weer op.
‘Ik reageerde niet op wat ze zei en nu, nu ze al zo lang dood is, denk ik soms terug aan dat moment. Waarom vroeg ik niet waar die vraag vandaan kwam? Maar wij waren niet gewend om te praten over ‘echte’ dingen, je weet wel, zoals wij nu doen. Dat deed je toen niet.’
Haar ogen worden vochtig, haar stem breekt: ‘En nou denk ik, wat als ze toen wèl wilde praten, over haar leven, over vroeger, over de mooie en de nare dingen van toen? Ik zou dat zo fijn gevonden hebben. Terugkijkend vind ik dat echt een gemiste kans. Ik zou dat nu zo anders doen.’

Ze zucht.
We bestellen nog maar een cappuccino.

 

30-10-2025

Er valt echt iets te kiezen

afkeuring zindert door het café
gezeur is van alle tijden, reuring
vol drek somberheid troef
met elkaar in gesprek blijven?
nou nee, liever niet maar
ik wijk niet, kijk verder dan
makkelijke oneliners

 

op een yogakussentje ruisvrij
luisteren naar muziek, serene
setting, door te bidden kom je
tot wat jij voor anderen moet
doen, net als dromen en dichten
is bidden een antilichaam
tegen onze succescultuur

 

oude landschappen bieden
oplossingen voor problemen
van nu, geen plastic maar
wilgentenen
dit is wat ik heb gewild

27-10-2025
Dit is een zogenaamd kopdicht, het is samengesteld uit de krantenkoppen in de Trouw van zaterdag jl. 25-10-2025
 

Reliëf van een leven

zij is de grensrechter die
mijn binnen beschermt
die feilloos weet wat
beter buiten kan blijven
mijn huid mijn harnas

 

verwonderd lezen mijn
vingertoppen in een zelf
geschreven braille het landschap
van rimpels voren en ravijnen ruw
glad zwetend bibberend blozend

 

mijn eindelijk aandachtige
ogen ontwaren oud bruin
rusteloos rood bibberbleek
balorig blauw

 

mijn huid mijn pantser
recensente van een
beduimelde klassieker

 

 
 
Inspiratie:
‘luister naar wat je huid je vertelt, je huid liegt nooit’ zei me ooit een dermatologe

 

 
23-10-2025