Polderdroom

stil staan tussen juichend junigroen
op het bruggetje staren naar
waterlelies berenklauw en bramen

 

opzien naar wandelende witte
wolken boven weilanden bos en
water, voelen hoe

 

tijd uit het brein
verdwijnt, longen opleven
het hart herademt

 

30-1-2022
n.a.v. de Poëzieweek 2022, thema: Natuur, motto: ‘bloesemingen en overvloed’

Treffen

Je handen plukken stofjes, je ogen
glijden over klassenfoto’s. Mijn mond
strooit weetjenogs. Je glimlacht naar
de poes, ze sluipt weg, hoog
haar rug

 

Een deuntje stopt mijn anekdote, je
grabbelt in je tas, je schouders
machteloos. Je gaat naar de
gang. Ik hoor gemompel dat
verstomt als je weer binnen komt en
gebaart: helaas. Ik sta op, wil iets
zeggen, je treffen maar geef
je jas, mijn hand

 

jammer
ja jammer

 

zacht sluit ik de deur
draai hem op slot

 

—-

 
Dit gedicht is opgenomen in de nieuwste Gopher gedichtenbundel: ‘Niet vrijwillig zit ik afgezonderd.’
Het kreeg een eervolle vermelding, Pieter Stroop van Reenen (stadsdichter van Gouda) schreef:
‘’Treffen’- Cora van Berendonk:
‘Je ziet de scène voor je. Iemand gaat weg. Je geliefde. Of je kind. Of een goede vriend. Iets loopt weg wat er al langer was. Met herinneringen.
Er is bij het weggaan een moment, een seconde, dat je zelf, de lezer, hoopt dat het nog goed komt. Je wilt iets zeggen wat de dichter treft en misschien het weggaan ombuigt. In plaats daarvan is het vaak niets. Blijken de woorden een jas te zijn. Die niets om het lijf heeft, een vaag omhulsel dat de zaken niet verandert.
Daarom is dit gedicht zo sterk. Bij elk weggaan denken we iets treffends te zeggen, maar geven we een jas. Daarna gaat de deur definitief op slot.
Een simpel gedicht, maar met een belangrijk scharnierpunt.
Tragiek in een losse jas vervat.’

 

29-1-2022
 
 
 

Qui-vive

Hand in zak omklemt smartphone.
Andere hand in andere zak pakt sleutelbos, zoekt die ene met die scherpe punt.
Doorlopen.
Oversteken.
Hij steekt ook over.
Niet omkijken.
Langzaam versnellen.
Kijk naar binnen in huiskamers, waar kan ik aanbellen?
Doorlopen.
Sneller.
De stappen achter me versnellen ook.
Niet omkijken.
Sleutel vast.
Kom op, doorlopen nu.
Hij komt dichterbij.
Daar is mijn huis.
Hij loopt nu vlak achter me.
Niet langs het achterpad gaan, dat is te donker.
Hij kucht.
Niet reageren, doorlopen.
Hij zegt iets.
Rennen.
Hij rent ook.
Aanbellen bij de buren.
Doe nou open.
Bonken op de ramen.
Gillen.

 

24-1-2022

 

Geïnspireerd door het Woord van de Week in de Facebookgroep Ultrakorte Verhalen: qui-vive

Bezoek

Tulpenstelen schuin afsnijden.
Schikken in de groene vaas: ‘Zo goed?’
Je knikt.
Koffie zetten, melk kloppen.
Bedachtzaam drink je: ‘Lekker.’
Je begint een zin, hij verdwaalt tussen vroeger en vandaag.
‘Wil je een broodje? Pindakaas?’
Je knikt: ‘Lekker.’
Smeren met aandacht, beleggen met vandaag.
Verhalen over kwalen.
Je zucht: ‘Het lijkt wel of iedereen iets heeft.’
Ik sta op.
‘Ga je nou al?’
‘Ja.’
In de keuken afwassen, afdrogen, opruimen, koekjes terug in de trommel.
Aanrecht schoonmaken.
Jas aan.
Je ondergaat mijn omhelzing.
Ik zwaai, je knikt.

 

Zoals je ook knikte als ik gedag zwaaide en naar school ging.

 

18-1-2022

Terugblik op 2021

Lieve lezer,

 

Vandaag geen verhaal of gedicht maar een brokje realiteit: een terugblik op mijn schrijfjaar 2021.

 

Altijd al hield ik van het taaldeel in mijn opleidingen en functies: scripties, werkstukken, jaarverslagen, subsidieaanvragen, probleemrapportages, brieven, trainingsprogramma’s, ik draaide er mijn hand niet voor om.
Dat deze liefde voor taal na mijn werkzame leven transformeerde in een andere vorm, had ik niet verwacht maar ik geniet er zeer van.
Niet langer schrijf ik voor of in opdracht van opleidingen, directies, collega’s, cliënten, subsidieverstrekkers.
Tegenwoordig zoek en vind ik woorden voor inspiratie die als vanzelf in me opborrelt en ontstaan daaruit gedichten en korte verhalen.
Daarnaast blijf ik leergierig, ik luister, lees en volg podcasts, boeken, cursussen.
Dat mijn ‘nieuwe’ schrijven wordt gewaardeerd en mijn site trouwe volgers heeft, verrast me nog regelmatig.
Ik ben blij met jullie!

 

Nu wat feiten:

 

Het bijzonderste schrijfresultaat in 2021 is ongetwijfeld de uitgave in eigen beheer van de bundel: ‘Dichterbij’: een selectie van 99 verhalen en gedichten van mijn hand.
De reacties en recensies van lezers zijn hartverwarmend en deden en doen me nog vaak blozen.
Dank daarvoor!

 

Daarnaast schreef ik in 2021 gestaag door, plaatste verhalen en gedichten op deze site en stuurde regelmatig teksten in naar schrijfwedstrijden.
Met succes:
  • De site 500 Magazine Aan Zee plaatste twee verhalen en een gedicht
  • Ervarings- en uitgeefplatform UitJeErvaring plaatste een gedicht in zowel de papieren als de e-bundel: ‘Oost West … Gedichten over thuis’
  • Een gedicht haalde, vergezeld van lovende feedback, de eerste ronde van de grote landelijke gedichtenwedstrijd: Prijs de Poëzie
  • Regelmatig plaats ik verhalen en gedichten in de Facebookgroep Schrijven Magazine Ultrakorte Verhalen (UKV). Elf keer werd daar een tekst in de wekelijkse spotlights gezet omdat hij opviel door originaliteit, een verrassende wending, kwaliteit of spraakmakendheid
  • Twee keer plaatste de digitale literaire uitgave Schrijven Magazine Plus een kort verhaal in het katern Alice, als een van de vijf leukste ultrakorte verhalen van de afgelopen twee maanden
  • Een van mijn verhalen maakte deel uit van een ‘Muur van Ontmoeting’, een interactieve kunstwand vol met ontmoetingsverhalen in Apeldoorn
  • Uitgeverij Gopher plaatste een gedicht in de bloemlezing: ‘De grootste intimiteit is het zwijgen’
  • In de gedichtenbundel van Poëzine, ‘Wederkeer’, werden vier gedichten van mij geplaatst
Dank lezers, voor jullie tijd, aandacht en reacties in 2021, ik wens jullie een goed 2022!

 

PS,
Van de tweede oplage van ‘Dichterbij’ zijn nog wat exemplaren beschikbaar.
Heb je belangstelling?
Mail me even: c.v.berendonk@hccnet.nl

 

Warme groet

 

Cora

 

 

13-1-2022

Makkelijk

Ze zitten tegenover me, gemondkapt, handtasjes op schoot, en praten bij.
Ik ben te nieuwsgierig om ze op het bordje stiltecoupé te wijzen.

 

‘Zij ging vorig jaar, net voor mijn Wim. Ook Ka. Maar hij redt zich goed hoor.’
‘O, vaak is het voor mannen moeilijker, zo’n leeg huis ineens.’
‘Ja maar voor hem niet’, haar stem schiet omhoog, ‘zij geloven hè, da’s makkelijk, die denken dat ze mekaar later weer zien in de hemel.’

 

Haar handen wurgen het handtasje, haar ogen flitsen door de coupé, kijken dan vragend naar de vrouw naast haar: ‘Ja toch?’
Haar vriendin zwijgt.

 

Ik wend mijn blik af.
De wereld buiten is grijs en nat.

 

9-1-2022
Een iets ingekorte versie van dit verhaal werd op 14-1 gekozen als een van de vijf leukste, beste of meest opvallende ultrakorte verhalen en gedichten van week 2 in de Facebookgroep Schrijven Magazine: Ultrakorte verhalen.

Lotgevallen

Kerstkransjes kreunen onder de kachel, op de vensterbank verkommeren korstjes banketstaaf.
Naast mijn stoel zieltoogt een restje zalmsushi, onder de boom steunt een uitgedroogde appelflap.
Kaarsvetdruppels verstijven rond de kandelaars.

 

Als ik opsta, komt een wolk poedersuiker in beweging gemengd met goede voornemens: ze eisen een herkansing.
Zuchtend zoek ik de stofzuiger.
Maar als ik de gangkast open, krijg ik de wind van voren: ‘Donder op, je stoort me in mijn winterslaap! Doe als ik, zoek een stil hoekje en wacht op april.’

 

Ik graaf me in op de bank en open de dikke pil.
‘Eindelijk’, fluistert ze.

 

4-1-2021

 

Inspiratie: het Woord van de Week in de Facebookgroep Ultrakorte Verhalen: lotgevallen