Donald Duck

Ineens drinken ze koffie, roken shag. Verstouwen liters melk bij halfjes bruin met pindakaas, starend naar Metallica op MTV. Uit mijn oven komt spacecake, ‘s nachts worden pannenkoeken gebakken.
Met vriendjes spelen is een ‘gathering’ waarbij meisjes worden besproken: ‘Ben jij op haar? Zij is oud hoor, al twintig.’ Overslaande basstemmen vragen me: ‘Waarom praten meisjes steeds over gevoel?’

 

Maar op zaterdagmorgen komt de bladenman. Ze verslinden de Donald Duck en de Libelle: ‘alleen voor Jan Jans en de kinderen.’
Maar ik zie ze verdiept in de columns van Anne-Wil en Scheherazade.
Dezelfde Scheherazade die schreef: ‘Mannen, het lijken mensen, het blijven kinderen.’

 

27-8-2018
Gekozen op 31-8-2018 als een van de vijf leukste, beste of meest opvallende ultrakorte verhalen en gedichten van week 35 op de Facebookgroep Schrijven Magazine: Ultrakorte verhalen.

Erven

Ze nipt van haar thee als van een goede wijn.
‘Ik vergeet steeds meer’ zegt ze.
Ik knik.
Haar ogen glijden over haar boeken, het antieke kastje, het zeegezicht aan de muur.
‘Als ik dood ben, is alles voor jou.’
‘En Piet en Frank dan?’
Ze zucht. ‘Maar jij zorgt voor me.’
‘Mam, kinderen hebben altijd recht op hun kindsdeel.’
Vinnig zegt ze: ‘Nou, dan gaat alles naar Amnesty.’
Vroeger gaf ze nooit geld aan liefdadigheidsorganisaties.
Nee, zij deelde zelfgemaakte soep uit, kleren, geld, een gedicht. Aan wie dat nodig had.
Ze fronst. ‘Maar dan heb jij ook niks.’
Ze huilt.

 

25-8-2018
Verhalen in de categorie Verpleeghuisperikelen zijn, met hun toestemming, gebaseerd op ervaringen van anderen

Sprakeloos

Het kind dat geen woorden heeft, zoemt in de zon.
We wandelen in het park, op weg naar de glijbaan. Hij lacht als we langs het bloemperk lopen, klapt in zijn handen, streelt de rozen met zijn voeten. Pakt de hand van een voorbijganger, wijst naar de bloemen.
De man vloekt: ‘Hou je handen thuis, etterbak en blijf met je poten van die rozen af, klootzak.’
Verwijtend naar mij:’ Kinderen worden niet meer opgevoed tegenwoordig.’

 

Altijd leg ik uit waarom het kind doet wat het doet.
Vandaag verstar ik.

 

19-8-2018
Gekozen op 24-8-2018 als een van de vijf leukste, beste of meest opvallende ultrakorte verhalen en gedichten van week 34 op de Facebookgroep Schrijven Magazine: Ultrakorte verhalen.

Augustus 2018

fel en vurig vlamt augustus
perst uit haar nerven het laatste groen
klampt zich vast aan zomerschijn

 

maar aan de randen van de dagen
rafelen de zorgen
rood wordt roestig, uitgeputte vruchten
vallen voortijdig
flarden van voorbij fluisteren
in de mistige morgen

 

augustus eindigt in een epidemie
van slechtnieuwsgesprekken die gretig
wortel schieten in de uitgedroogde aarde

 

de oogst is rauw en wrang
wat is liefgehad een leven lang
gekoesterd, zorgvuldig bewaard
wordt topzwaar en wankelt

 

 
 
 23-8-2018

foto: web boven water  18-8-2018

Schoon

 

Zonder kloppen komt ze binnen. Ze draagt een stofjas van een schoonmaakbedrijf waarop een naamkaartje ‘Astrid.’
Ma schrikt op van haar legpuzzel, haar ogen vragend naar mij: wie is dit?
Ik zucht, weer een nieuw gezicht.
Astrid kijkt rond, zegt: ‘Ik moet in je badkamer.’
‘Waarom?’
‘Zien of ik moet schoonmaken.’
Ze gaat de badkamer in, sluit de deur.

 

Na een minutenlange stilte fluistert mijn moeder: ‘Wat doet ze daar?’
Ik klop op de badkamerdeur.
Stilte.
Ik open de deur.
Als een pilaar staat Astrid bij de wasbak.
Kijkt naar de stofnesten in de hoeken, de poepvegen in de wc-pot, de urinevlekken op de wcbril, de aangekoekte tandpastaklodders in de wasbak.
Knikt.
Zegt: ‘Schoon.’
Loopt weg.

 

6-8-2018
 

Verhalen in de categorie Verpleeghuisperikelen zijn, met hun toestemming, gebaseerd op ervaringen van anderen

Boodschappen

Mijn moeder hield van taal.
Ze verzon voorleesverhaaltjes, schreef zelf gemaakte versjes op verjaardagskaarten, vrolijkte boodschappenlijstjes op met mensenwensen, maakte hilarische sinterklaasgedichten.
Ze schreef met humor, scherp, fantasievol, met rake observaties.
Over dagelijkse dingen maar ook over wereldrampen.
Op een novembermiddag in 1963, ik was tien, kwamen we uit school en zei ze: ‘Ga zitten, ik moet jullie iets voorlezen.’
De moord op president Kennedy was net gebeurd en had haar diep geschokt.
Vers van de pers las ze ons het gedicht voor dat ze er over had geschreven.

 

Nog steeds houdt ze van taal.
Ze leest gedichten van Toon Hermans en Annie MG Schmidt en geniet als ik opstellen of brieven van haar achterkleinkinderen voorlees.
Zelf gedichten schrijven gaat niet meer.
Maar boodschappenlijstjes schrijft ze nog als vanouds.
Toen ik gisteren bij haar kwam, lag het al klaar op tafel:
 
Jam
Dropjes
Goed humeur

 

‘Waar zullen we dat halen mam?’
Ze weifelt, weet de naam niet meer van de buurtsuper waar we haar boodschapjes halen.
‘De jam en de dropjes halen we bij de Jumbo. Waar zullen we dat goede humeur halen?’
Dat weet ze!
Een blije lach glijdt over haar gezicht: ‘Bij de bloemenwinkel, en dan even koffie drinken op het terras daarnaast. In de zon!’
 
 
 
15-8-2018
Verhalen in de categorie Verpleeghuisperikelen zijn, met hun toestemming, gebaseerd op ervaringen van anderen
             

Kastje

Pas als ik weglopend naar haar zwaai, zie ik het: het kastje op de gang naast haar kamerdeur is weg.
Ze zit altijd half op dat kastje als ze me uitzwaait.
Wankelend staat ze nu op de kamerdrempel, een hand aan de deurpost, met de andere zwaait ze naar me.
Mijn hart slaat over, ze kan niet lang staan.
Ik ren terug.
Te laat.
Voor mijn ogen valt ze.
Een krakend geluid klinkt.

 

Ik schreeuw.
Een verzorgende komt.
Ik sis: ‘Waar is dat kastje? Mijn moeder zit er op als ze me uitzwaait!’
‘Dat kastje is weggehaald. Voor de veiligheid. Het stond in de weg, mensen zouden erover kunnen vallen.’
 
19-7-2018 

Verhalen in de categorie Verpleeghuisperikelen zijn, met hun toestemming, gebaseerd op ervaringen van anderen

Dood

Vandaag kent ze me.
‘Wat had je voor je wiskundeproefwerk?’ vraagt ze.
Ik gun mezelf een nooit gehaalde voldoende: ‘Een acht mam, goed hè?’
Ze lacht, heeft me door. ‘Droom lekker, meisje.’
Terwijl ik de schone was in haar kast leg, zegt ze: ‘Je vader is dood hè?’
‘Ja mam, vijf jaar geleden.’
Haar gezicht betrekt maar gelukkig, vandaag glijdt ze er over heen.
‘Zijn je broers ook dood?’
‘Nee mam, die zijn niet dood.’
Pas als ik me omdraai zie ik haar grijns en de ondeugende knipoog: ‘Het is toch niet raar dat ik dat denk?’

 

26-7-2018

Verhalen in de categorie Verpleeghuisperikelen zijn, met hun toestemming, gebaseerd op ervaringen van anderen

Veneuze insufficiëntie

Ze lacht: ‘Ben je daar kind.’
Zuchtend waaiert ze de Libelle voor haar gezicht: ‘Wat is het warm hè.’
Wijst dan naar een geel post-itvelletje op tafel: ‘Dat zijn mijn dikke voeten.’
Ik pak het papiertje, ontcijfer met moeite de hiëroglyfen, lees: ‘veneuze insufficiëntie.’
‘Mam, wat is dat?’
‘Dat zijn mijn voeten.’
‘En nou?’
Haar ogen schieten vuur: ‘Dat weet ik niet! Die dokter stond in de deur en keek naar mijn voeten. Hij kwam niet eens dichterbij! Hij heeft ze niet eens aangeraakt! En toen schreef hij dat briefje en legde het op tafel, hij zei niks en liep zo de deur uit.’

 

8-6-2018

Verhalen in de categorie Verpleeghuisperikelen zijn, met hun toestemming, gebaseerd op ervaringen van anderen

Thermiek van een liefde

Toen het ochtend werd vloog je weg
volgde Jonathan langs wijkende
wolken en verdween uit mijn zicht.

 

Ik bleef hier. Leef door met anderen maar
zelden zonder jou, onzichtbaar passeer je
me rakelings op straat, kietel je mijn
mijn voeten in bad, zucht in mijn oor:
ga door, je raakt me naakt in bed.

 

Zo, zonder sleur en onbegrip, lief ik je lichter
dan toen je leefde. Lach eindelijk om je
zweetvoeten, zaai sterrenkers in je asbak
geniet van zondagen zonder Grand-Prix gekrijs.

 

Of wij levend gelukkig waren gebleven, blijft
de vraag, dood blijven we het voor altijd.

 

15-1-2018

 

Gekozen op 10-8-2018 als een van de vijf leukste, beste of meest opvallende ultrakorte verhalen en gedichten van week 32 op de Facebookgroep Schrijven Magazine: Ultrakorte verhalen.