Trapsgewijs

In de gang weet ik het nog
onderaan de trap weifel ik toch
zie me zitten: denker op de derde tree
wat moet naar boven wat naar benee,  wat weg?
Niemand roept waar iets is
stampt na een feest wankelend
omhoog, roetsjt met drie treden
tegelijk naar beneden want verslapen

 

En jij daartussen, baken en obstakel
verzonken in de ban van de ring
ik hoor je adem, voel je warmte
onverstaanbare treden verstoren de stilte
eensgezind negeren we alle
als was rond slingerende vragen
het antwoordprogramma is immers
al een eeuwigheid gestopt

 

Ik weet het weer, ingebed in mijn
vandaag gaat ons gisteren gewoon door
met een eindelijk onbezwaard
gemoed zweven wij in en uit de tijd

 

Geschreven in het kader van de les over Marijke Hanegraaf in de cursus ‘Poëzie online voor gevorderden’

 

 

23-12-2022

Alsjeblieft niet

Naast mij een appel eten of de inhoud van je neus.
Bloemkool met een papje, je wordt echt niet slimmer als je iets eet wat lijkt op hersens.
Erwtensoep, iets wat oogt, ruikt en smaakt alsof het al is verteerd heet, niet voor niks snert.
Koffie met melkvellen.
Lippenstiftvlekken op tanden.
Poep scheppen op je verjaardag omdat het zondag is en je toilet verstopt.

 

In een restaurant naar het toilet verdwijnen als de rekening komt.
Politici geloven, ook niet als ze lijken op je goudeerlijke zoon.
Met de eer strijken, als je wilt strijken ligt er nog wel ergens een gekreukelde blouse.
Leedvermaak, leed en vermaak rijmen niet met en niet op elkaar.
Krokodillentranen huilen als je geen krokodil bent.
Ruzie maken bij een graf.

 

Alsjeblieft?

 

2023

Behanginstructie voor versleten hartkamers

1 Meng de oude versleten lagen wandbekleding met vloeken en tranen tot ze papperig zijn.
2 Lepel ze los, de oudste lagen weigeren vaak om los te laten, schuur die desnoods met grof geweld los, tot ze schrijnend de pijp aan Maarten geven.
3 Breng deze zooi naar het grof vuil, meteen want het is net onkruid: als je even niet kijkt, steekt het de kop weer op.
4 De gaten en scheuren die je nu ziet in de kale wanden, boor je uit, voorzichtig, maak ze niet groter dan ze al zijn.
5 Plamuur de schone holtes zachtjes dicht met een mix van zonlicht, kruinknuffels en Cohen.

 

6 Controleer voor je begint, het nieuwe behang op voldoende passie en pioenrozen.
7 Knip het in dwaze banen en bestrijk die overvloedig met zelfspot, lavendelgeur en zeezicht.
8 Plak de banen zorgvuldig schots en scheef maar vermijd confrontaties, dus: niet stotend plakken.
9 Als dat gebeurd is, strijk je de wanden glad met geduld en compassie.
10 Pas als alles glad geheeld is, snij je met een stanleymes losse eindjes en onverhoeds meegeplakt nieuw zeer weg.

 

Tenslotte: borstel de mooie nieuwe wanden nu liefdevol tot ze soepel openen voor uitdagingen en als vanzelf sluiten voor herhalingen van oud fout.

 

Succes!

 

 

3-5-2023

Gastgiraf

Wij zijn eigenzinnige kunstenaars, Louk en ik.
Hij creëert met kleuren en vormen, ik met woorden en zinnen.
Mijn werkkamer is favoriet bij hem: hij speelt er graag.
Als hij er is, maken mijn tekstbestanden op de pc plaats voor zijn dierenfilmpjes.
Ook houdt hij van de fluwelige vloerbedekking waarop lichtval en aanrakingen zorgen voor steeds wisselende nuances van zonnegeel: een prachtige ondergrond voor  Louks creaties van dierenplaatjes, -kaartjes, -knuffels of -boekjes:

Op een dag zijn de plaatjes, kaartjes, knuffels en boekjes overbodig.
Hij zit in de groene stoel, kijkt geconcentreerd naar een plek op de vloerbedekking en zegt: ‘Giraf.’
Ik kijk, zie een lege gele vloer.
Maar Louk zegt nooit zomaar iets, dus ik vraag: ‘Waar is de giraf Louk? Wijs eens aan?’
Hij staat op, loopt naar een plek waar ik wat kleurnuances op de vloerbedekking zie en wijst gedecideerd: ‘Giraf.’
Giraf
O.
Een giraf.
Oké.
Ik zie het niet maar dat ligt aan mij natuurlijk: ik heb geen verstand van girafkunst.
Even later wijst Louk naar een andere hoek van de kamer: ‘Varken.’

Varken

Goed Louk, natuurlijk.
Een varken.

 

Dan gooien we een tijdje knuffels over en kijken naar dierenfilmpjes.
Tot Louk drinken wil, en kaas en olijven.
Ik sta op en loop naar de deur om de versnaperingen te halen.
Louk, verdiept in een filmpje van dansende koeien, kijkt verstoord op: ‘Oma op giraf!’
Verdorie, helemaal vergeten dat ik vandaag een gastgiraf in huis heb.
Haastig stap ik opzij.
Sorry Louk.

 

 

 

1-5-2023

CorAaltjes Niemand

In de tweede ronde van onze recente dichtsessie schreven Aaltje en ik een gedicht waarin we deze vijf, willekeurig gekozen woorden, verwerkten:
Niemand, Kinderen, Ruziën, Eigen, Armen

 

Zo komen ze terug in Aaltjes gedicht:

 

in eigen armen houden we
de kinderen beschermend tegen
onze borst geklemd.
laat de wereld maar
ruziën, oorlogje spelen, elkaar
betwisten. als ze maar weten dat
niemand, behalve de dood
aan wreedheid van geweld ontkomt.
door trauma’s zullen ze verstomd
staan dat een mensenleven
eeuwen kan duren, kan wegen.

 

Ik verwerkte de woorden zo:

 

Niemand

 

Zie ik onbekende kinderen ruziën op straat, dan
roep ik: ‘doeslief’ en, goedkeurend gadegeslagen
door omstanders, vertel ik sprookjes over
wereldvrede en deel soms zelfs ijsjes uit

 

Vermanen bewaar ik voor mijn eigen
kroost, net als donderpreken, knijpen in
armen, kletsende oorvijgen en treitertirades.
Niemand grijpt in, nooit gaat de bel

 

 

29-4-2023

Soms een bipolair huisje

We deden weer een dichtsessie, Aaltje en ik.
Uit Aaltjes net verschenen boek ‘Het verzet’ (leestip! Prachtig boek!) prikten we vijf woorden en verwerkten die in een gedicht.
Dit waren de woorden in de eerste ronde:
Soms, open, huisje, deftigheid, slechte
Dit is Aaltjes gedicht:

 

Soms

 

soms heeft je mond een deftigheid
van strakke dunne droefheid aan
alsof je huisje alle slechte deuren
van het vergaan heeft open staan

 

daarginds verdwaalt de samenheid
van jou en mij. ze is stil weggegaan.
ik zie je mond, door droeve deftigheid
verstard. wat heeft men je gedaan
dat dit bevroren huisje mij doet treuren?

 

Dit is mijn gedicht:

 

Bipolair huisje

 

Op een goede dag staan deur en ramen
open, wuiven vitrages je toe en wenken je
wars van deftigheid: kom binnen, blij dat
je er bent, ga zitten. Je weet je welkom

 

Soms wijzen dichte ramen en gesloten
gordijnen al de weg, aarzelend beroer je
de bel, vaak, tot sloffende voeten klinken
het geluid van een slechte dag

 

24-4-2023

Regen in april, een pantoum

Regen in april verdraag ik niet.
Ik schuil achter dichte deuren,
ik staar naar de lentebui buiten
waar het gulzige groen de druppels opslurpt

 

Ik schuil achter dichte deuren,
veilig ver van het huilen buiten,
waar het gulzige groen de druppels opslurpt,
hartstochtelijk mis ik de zon.

 

Veilig ver van het huilen buiten,
ik troost me binnen met letters en zinnen.
Hartstochtelijk mis ik de zon,
regen vergt geduld.

 

Ik troost me binnen met letters en zinnen,
geduld groeit door iets te doen wat boeit,
regen vergt geduld.
Ik weet het maar vergeet het:

 

geduld groeit door iets te doen wat boeit,
ik staar naar de lentebui buiten.
Ik weet het maar vergeet het:
regen in april verdraag ik niet.

 

 

Dit is een pantoum: een gedicht volgens een vastgesteld schema van zinsherhalingen. Een vingeroefening voor een schrijver 😉

 

 

20-4-2023

Wortelschieten op Terschelling

Stormwind drukt mijn hakken in het
zand, duwt mijn benen van het slot
blaast alle ballast van mijn rug
zandstraalt mijn wangen, maakt van
mijn hoofd een rozige vuurtoren met
vrij zicht naar alle kanten

 

Windkracht acht boetseert een giechelende
wiegelende blauwe boeddha van mij, achter
mijn gesloten ogen dansen rode en gele
zonneflarden. Afstand is geen optie meer
weerstand wijkt, tijd verdwijnt in een
heelal vol hoop

 

18-4-2023

Vaderschaduw

Je hield van klassieke muziek maar bewaarde het luisteren ernaar voor de spaarzame momenten dat je alleen was.
Pas jaren na je dood verdiepte ik me, aan bed gekluisterd door een hernia, in mijn sporadische herinneringen aan jouw klassieke voorkeuren.
Ontdekte verwonderd de schoonheid van de muziek van Grieg, Händel, Bach.

 

Herstellend van de operatie luister ik voor het eerst en onwennig naar de Matthäuspassion.
Vanaf het eerste koor, ‘Kommt ihr Töchter, helft mir klagen’, ben ik verpletterd, zoals dat me een paar jaar daarna ook overkomt bij de concerten van Leonard Cohen.
Gretig lees ik alles over het ontstaan en de geschiedenis van de Matthäuspassion, ga elk jaar naar een uitvoering of kijk en beluister hem thuis.

 

In die uren rond Pasen ben je dichterbij dan ooit, soms vraag ik in gedachten welke aria jij het mooiste vindt en waarom.
Antwoorden krijg ik niet, maar de verlate saamhorigheid die me bekruipt tijdens de uitvoering, is een onverwacht cadeau bij dit meesterwerk.

 

 
 
9-4-2023

Aanbieding

Eind maart zag ik ze voor het eerst in dit luidruchtige jaar: lila scheuten stilte.
In duinpannen, langs de vloedlijn, tussen bosjes bloeiende brem en later thuis tussen de zich openende narcissenknoppen en opkomende pioenrozen.
Ze groeiden als kool, die scheuten.
Omdat het zo lang geleden was, wist ik niet meteen wat er mee te doen.
Ik overstemde ze met talkshows en praatjes voor de vaak, dunde ze uit met zorgen en boeken van Knausgard.
Maar elke keer als ik even woordloos op en rond keek, schoten ze weer omhoog, die scheuten.

 

Vorige week nam ik een kloek besluit: als ik ze zag, plukte ik ze, bond ze vast en bracht ze bijeen in mijn achtertuin.
Daar ligt nu een berg die me bijna de adem beneemt maar ook blij maakt.
Elke dag verdiep ik me in het verwerken van die berg: uitzoeken, spoelen, deppen, mengen met prille lavendelknopjes en milde glimlachjes en dan verspreiden.
Het hele huis voorzag ik: een blikje in mijn nachtkastje, vazen vol in de huiskamer, kleine scheutjes tussen de bladzijden van mijn boeken.
Ik ontdekte dat ze verrukkelijk samengaan met avondthee, foto’s en goede herinneringen.

 

Nu is mijn huis dus gevuld met stilte.
Het ruikt heerlijk: een mix van lavendelgeur en grapjes.
Alleen, merkwaardig, het lijkt wel of die berg in de achtertuin niet slinkt …

 

Dan maar de boer op:

 

Alleen vandaag:
Scheuten stilte!
Vers geoogst, smaakt heerlijk, ruikt verrukkelijk!
Gratis!

 

 

7-4-2023