Piepers jassen

Onwillig martelde mijn linkerhand een aardappel.
‘Wat doe je dat raar’ zei ze, en deed het nog een keer voor. In een lange krul gleed de schil van haar aardappel af.
Ik ploeterde door tot er van de dagelijkse gezinsportie aardappels een zielig hoopje vreemd gevormde misbaksels restte, het schilmandje gevuld was met centimeters dikke brokken aardappelschillen en mijn vingers vol pleisters zaten.

 

‘Wat eten we laat. Wat weinig aardappels. Wat zien ze er raar uit’ zeiden mijn zussen later aan tafel.
‘Als ze geen piepers kan jassen, wil geen man haar hebben’ zei mijn vader.

 

18-7-2018 

Oase

Traag bladeren ze door de komkommeredities van kranten en tijdschriften.
Kijken af en toe op en rond.
Een bont gekleurde bloemenmassa koestert de ogen.
Zingende merels verwennen de oren.
Het overvloedige groen op julisterkte kalmeert de geest.
De cappuccino’s in de hoge kommen hebben een perfecte melkschuimkraag en smaken precies goed.
Traag loopt de Brie uit over de warme croissants.

 

‘Heb je je koffie op? De deurwaarder kan er nu elk moment zijn.’

 

18-7-2018

Geplaatst in de bundel ‘55 woordenverhalen deel vier’, uitgebracht in de Boekenweek maart 2019

Oudewijven

Drie maal deed ik een EHBO-cursus en leerden rechtshandige instructeurs mij de platte knoop, te gebruiken bij het aanleggen van mitella’s en grotere verbanden. Hoewel ik zag en begreep hoe ze verbandslippen links, rechts, onder en over elkaar vouwden, kwamen er uit mijn handen alleen bultige constructies die ‘echte oudewijvenknopen’ werden genoemd.
De laatste instructeur zag mijn knoop en zei:
‘Wat is dat in hemelsnaam? Loop jij maar een straatje om als er ergens iets gebeurt.’
Toen pas wist ik het enig juiste antwoord.
Vinnig beet ik hem toe: ‘Linkse hersens maken dit soort knopen.’
Ik zakte.

 

18-7-2018 

Dag Dood (2)

In een maandenlange roes volgde
ik je dans met mijn lief, hoe
je hem voortvarend leidde,
zijn verzet ombuigend in
meebewegen tot hij
eindelijk zich over gaf.
In zijn loslaten van het
leven loste mijn angst
voor jou op.
Dank Dood

 

Maar Dood
Terwijl zijn lijf verteert in jou, keert
hij soms even weer mijn lief, alsof
zijn ziel me even zoekt, betast,
voor hij weer verder gaat, een licht
levend lief nabij zijn, het briesje in
windstilte, een stemloos spreken
in een lucide droom, een zacht
beroeren van mijn huid in half
ontwaken, een klein bewegen
in mijn ooghoek, een sprankeling
in de ogen van zijn kleinzoon.
Duizendmaal dank daarvoor Dood!

 

7-2016

Ook in categorie Ultrakort-Vierdaagse

Geluk

Vanmorgen wekte mij een
droom, geurend naar aftershave
vleide hij zich langs mijn lome
lijf en eiste: leef!

 

 
In het nog nachtwarme bed fluisterde
hij mijn hoofd lichter, beluisterde
mijn hart, buitelde brutaal
tussen buik en duim.

 

 
Gretig ging ik overstag, dwaalde
tussen droom en daad, vergat
wat waar is wat klaar is, wat
echt is wat slecht is. Ontdekte 
dat geluk nooit ver weg is.

 

januari 2017

Boommonoloog

Ik bestudeer kruinen.
Kale, kleine, kolossale, korzelige, craquelé, kordate.
Zelden zijn ze in balans met de lichamen eronder.
Meestal gaan kruinen sneller, kunnen de lichamen hen nauwelijks bijbenen.
Solokruinen rennen voorbij.
Dwazen, laat ze eerder van huis gaan als ze ergens op tijd moeten zijn. Sommigen komen steeds opnieuw voorbij, die zijn verdwaald en lopen vicieuze cirkels.
Kruinenparen en -groepen zien mij nooit.
Ze praten of zingen. Ze gaan nog niet naar huis maar ze zijn er bijna? Neem een besluit! Een potje met vet? Weet je hoe slecht dat is?
Als ze vals zingen schiet ik ze neer.

 

19-7-2018

Navel-elfje

zwoegen
oververhitte hersens
vingers vol blaren
zwetend over de eindstreep
gladiolen

 

19-7-2018 
Toelichting: Een elfje is een relatief eenvoudig gedicht dat uit vijf regels bestaat en in totaal elf woorden heeft.
Elke regel in een elfje heeft een vaststaand aantal woorden. De opbouw van het aantal woorden per regel is als volgt:
1
2
3
4
1
Een elfje mag doorlopende zinnen hebben. Het hoeft niet te rijmen.

Links achterin

‘Doe maar een cappuccino.
Weet je, Henk was dood en toen vroegen ze of hij in mijn tuin mocht. Ik dacht, ach got die Henk, links achterin is nog een mooi hoekje. De gladiolen deden het goed op hem.
Maar toen kwamen ze met Grietje. En Romana. En Jut en Jul, die moesten bij mekaar natuurlijk. Allemaal links achterin. En je weet hoe dat gaat tegenwoordig, alles mag bij een uitvaart. Daarom zei ik niks van die stilettohak. En dat kunstgebit. En dat Vlaamse oog. Moet kunnen toch?
Maar nou groeit er alleen nog zevenblad.
Doe maar een Berenburg.’

 

19-7-2018
Toelichting: veel schrijvers deden mee aan de Ultrakort-Vierdaagse. Ik ook. Naarmate de dagen vorderden, grepen veel verhalen in elkaar en zagen schrijvers hun hoofdpersonen in andere verhalen opduiken. Zoals Henk, Grietje, Romana, Jut en Jul in dit verhaal dat ik op de laatste dag van de Schrijfvierdaagse schreef en plaatste.