Miljoenen horen het startschot, zien ons afzetten en weg schieten.
Ik schaats een fractie langzamer, zijn voorsprong groeit met elke meter.
Camera’s wenden zich af van mij, volgen zijn oranjeblauwe gestalte.
Onder luid gejuich rijdt hij zijn rit.
Bijna onopgemerkt schaats ik steeds verder achter hem.
Halverwege kijk ik om, zie hem, we rijden nu in dezelfde baan, hij nadert snel.
Gadegeslagen door miljoenen schuif ik opzij, maak plaats voor hem.
Het publiek juicht. Voor hem, voor mij.
In volle vaart passeert hij me, op weg naar olympisch heldendom.
Als hij finisht, klinkt de bel voor mijn laatste ronde.
Met trage slagen schaats ik mijn vergetelheid tegemoet.
15-2-2018
Inspiratiebron: de olympische tien kilometer schaatsrit van Jorrit Bergsma en Davide Ghiotto, Italiaans filosoof
Ik ben alleen in huis.
Om half twaalf draai ik de keukendeur op slot, de voordeur op het nachtslot.
Gordijnen dicht, lichten uit.
Naar boven, het waait stevig, zijn er nog ramen open?
Nog even mail checken, iets opzoeken, een idee noteren.
Uitkleden, tandenpoetsen, naar de slaapkamer.
Gordijnen dicht, leeslampje aan, in bed kruipen, telefoon uit, weg de wereld.
Lekker nog even lezen.
Het huis om me heen is stil en vredig.
Langzaam ontspan ik, mijn ogen knipperen, vallen af en toe dicht.
Ik doe ze toch weer open, nog een paar bladzijden in dit heerlijke boek.
Maar nee, het lukt niet meer, gapend rek ik me uit, toch maar het licht uit nu.
Al half slapend rol ik me op, half op mijn zij.
Morgen, wat is er morgen?
Nee, niet aan denken, lekker slapen nu.
Dan klinkt een luide knal.
Een deur dreunt dicht.
Dichtbij.
Heel dichtbij.
Verstijfd schiet ik overeind, mijn hart klopt in mijn keel.
Nietsziend kijk ik in het donker, de oren gespitst.
De stilte ruist onheilspellend.
Seconden tikken weg.
Dan klinkt een gil, hoog, lang, eindeloos…
9-7-2016