Lente-elfjes

paardenbloemen
vrolijke vergeet-me-nietjes
naïeve nijvere narcissen
koppige krokussen povere pioenpuntjes
voorjaarsbloei

 

corona-nies
maartsnot aprilril
lichtknipper luchtzucht sneeuwgeeuw
soezen in koesterende lentezon
voorjaarsmoe

 

zonnebanen
onthullen stofnesten
overwinterende oorlogszuchtige wespen
wakkere wurmen prikkelbare muggen
voorjaarsschoonmaak

 

 
Dit zijn drie zogenaamde elfjes, een elfje is een gedicht dat uit elf woorden bestaat die op deze wijze verspreid worden over vijf regels:
1e regel: een woord
2e regel: twee woorden
3e regel: drie woorden
4e regel: vier woorden
5e regel: een woord

 

 

10-3-2017      

Ik weet nog

Waar ik was, toen ik je boodschap
las. Ik zat op de drempel van de
keukendeur, gezicht in de zon
blote voeten in het warme gras, mijn
blik op de bloeiende brem.

 

Hoe snel ik je belde, hoe je
vertelde haperde zweeg.
Hoe de zon meteen verdween
stilte tussen ons hing en kilte
rilde over mijn huid.

 

Hoe smerig ineens mijn koffie smaakte.

 

31-3-2022
Inspiratie: een poëzieles over: ‘rijm en klankherhaling’

Vuurtoren aan de wandel

Ik dacht ineens, hoe saai, altijd
maar staan en schijnen ik ga op
pad, wil uit het zicht verdwijnen.
Stampend liep ik lekker rond, het
eiland beefde. Eindelijk, ik leefde

 

en dacht de wereld kan vast wel
zonder mij, mijn gloriejaren zijn
allang voorbij. Tot ik zag hoe
schepen schipbreuk leden wandelaars
verdwaalden auto’s rondjes reden

 

schaamrood trok over mijn strepen
ik wist het weer, hier ben ik voor:
een rustpunt een ijkpunt een startpunt
een eindpunt, voor dolers en dwalers,
voor zekerheid zoekers

 

 

Dit is de plek waar ik hoor

 

 
14-10 2015

Weerzien, een tweeluik

1
Hoe je uit de trein stapt, weifelend
rondkijkt tot je me ziet. Ogen glijden
over lijven. Vraagfronsen en verrasrimpels
vechten om voorrang, gevolgd door
voorzichtige glimlachjes. Een woordloos
stilleven tot blijheid doorbreekt
armen openen voeten rennen

 

2
Hoe we zinnen beginnen, dan zwijgen
op weg naar het strand waar we wuiven
naar de wolken, wiegen als witte poppen
in de wind tot we slap van het lachen
in het zand rollen, een zandkasteel boetseren
van oude beelden en een kluis bouwen
voor deze koesterdag.

 

We wachten de vloed niet af.
Gaan is beter dan blijven.

 

3-3-2022

Niet meer dan een dagreis

Hier
Koud schijnt de zon
de wind is gaan liggen
narcissen schieten uit de grond

 

de post brengt een pakje
de buurvrouw gebak, ik drink
koffie, kijk naar schokkende reportages

 

Daar
Sirenes bomkraters ruïnes
schietende soldaten rennende
mensen schreeuwende agenten

 

Verbijsterde vrouwen jammerende
kinderen verslagen oudere mannen
vluchten op weg naar veilig

 

 

How fragile we are (Sting)

 

 

 

26-2-2022

Pindakaas poëticaal

Slaperig de trap af struikelen
licht aan, vingers in de pot, likken
lippen op elkaar, ogen dicht

 

traag walst de tong de amorfe
massa heen en weer van voor
naar achter van links naar rechts

 

verzwelgt de demonen die dit
brein bewonen, wat rest is
smeuïge stilte.

 

Weer heb ik de woorden die
rustten op het puntje van mijn tong
succesvol gesust en ingeslikt.

 

 

31-1-2022
(In het kader van de laatste dag van de week van de Poëzie)

Polderdroom

stil staan tussen juichend junigroen
op het bruggetje staren naar
waterlelies berenklauw en bramen

 

opzien naar wandelende witte
wolken boven weilanden bos en
water, voelen hoe

 

tijd uit het brein
verdwijnt, longen opleven
het hart herademt

 

30-1-2022
n.a.v. de Poëzieweek 2022, thema: Natuur, motto: ‘bloesemingen en overvloed’

De kracht van goed giechelen

Het jaar dat uitkomst moest bieden, bood
meer van hetzelfde, netto negatief.
Kluitloze kerstboom werd hippe takkekaart,
schitterend lullig.

 

Dwarsliggers, mooie woorden hebben we
genoeg gehoord. Kies nooit de weg van de
minste weerstand, zo’n enkelband is
ook niet alles.

 

De jaarwisseling als monastiek moment
van inkeer, mediterend het nieuwe jaar in,
met de blik naar boven al is er geen
vuurwerk aan de hemel.

 

De kracht van alles geven, alles achterlaten en
goed giechelen. En het fijne is, je hoeft niet
grappig of leuk te zijn. De allermooiste dingen
gebeuren als je ze niet verwacht.
Ook in 2022

 

Dit gedicht is samengesteld uit krantenkoppen uit de Trouw van vandaag: 31-12-2021

Decemberdruil

(een poging tot een pantoum)

 

 
Ik hou niet van decemberdruil
ik dool door halfdonkere kamers
drentel door bergen rottend blad
december voltooit wat november begon

 

ik dool door halfdonkere kamers
ik aarzel tussen dichten of verhalen
december voltooit wat november begon
steeds grauwer alles steeds leger

 

ik aarzel tussen dichten of verhalen
voor verdwenen geliefden
steeds grauwer alles steeds leger
luister naar de stilte maak licht

 

voor verdwenen geliefden
ze leven door in mij
luister naar de stilte maak licht
wees het licht

 

ze leven door in mij
ik drentel door bergen rottend blad
wees het licht
ik hou niet van decemberdruil

 

5-12-2021
Dit is een poging tot een pantoum: een oosterse dichtvorm die bestaat uit een reeks kwatrijnen, waarbij de tweede en vierde regel van elke strofe wordt herhaald als de eerste en derde regel van de volgende.