Vanmorgen heb ik het los gedraaid en met een knalharde loeier de tuin in geschoten.
Het ligt ergens achter de lavendel.
Spannend, jazeker, maar ik ben een sterk lijf met een warm hart en een prima spiergeheugen.
Dus ik ga gewoon door, ik wandel, zwaai naar mensen, maak geen praatjes maar dat deed zij ook niet.
Schrijven gaat fantastisch, logisch, daar kon ze toch al vaak haar hoofd niet bijhouden zei ze.
Een onorthodoxe actie, ik weet het.
Maar dat gezeur, dat gepieker en die smoezen waarmee ze altijd mijn plannen ondermijnde.
En dan dat coronahaar!
Echt, het was onvermijdelijk.