Verschijning

Bijna dagelijks loop ik hier, op weg naar de winkels, de bushalte of de IJssel.
Tussen dit voetpad en de straat ligt een reep grasland, een groene strook met molshopen, uitschietende graspollen gelardeerd met paardenbloemen en madeliefjes.

 

Vorige week, op een zonnige zomerdag, wandel ik er weer en ligt hij daar ineens, op zijn zij, midden in het gras, zijn manen glanzend in de zon.
Ik verstijf, wrijf in mijn ogen, kijk verbijsterd om me heen maar andere wandelaars lopen me opgewekt groetend voorbij alsof er niets aan de hand is.
Een klein meisje zwenkt op haar driewieler naar het gras.
Ik schrik, wil haar waarschuwen maar uit mijn keel komt enkel een vreemd gefluister.
Zingend rijdt ze langs hem terwijl hij zijn muil opent, uitgebreid gaapt, mij aankijkt en zijn kop schudt.  ‘Doe eens rustig jij’ zeggen zijn ogen, starend in de mijne.
Diepe donkere ogen, ze komen me bekend voor, maar waarvan ook weer?
Verbijsterd sta ik daar.
Zoek verklaringen: waarom ligt hij hier, waarom zie ik hem wel maar andere wandelaars duidelijk niet?
Hallucineer ik, zijn dit naweeën van de periode met zware pijnstillers een half jaar geleden?

 

Weer kijk ik om me heen, speurend, maar alles oogt net als anders.
Alleen ligt hij daar nu.
Hij grijnst, wenkt me met zijn linker voorpoot.
Ik durf niet.
Aarzelend zwaai ik, loop door, kijk af en toe om.
Sinds die dag ligt hij daar, althans, ik zie hem, alleen ik.

 

Tot gisteren.
Met kleinzoon wandel ik op het pad.
Al van verre schiet Louk overeind in zijn rolstoel, lacht en zwaait.
Bij de grasrand aangekomen, stapt hij uit de rolstoel en voor ik hem kan tegenhouden, loopt hij al naar hem toe.
Hij hurkt, op zijn knieën aait hij zijn manen, geeft hem een kusje op zijn neus.
Zoals hij bij al zijn knuffels doet.
‘Leeuw’ zucht hij, ‘leeuw bij oma.’

 

28-6-2025

De bezoeker

Blond ben ik nu, verhuisd en altijd op mijn hoede.
Nauwgezet volg ik zijn social media hoewel ik weet dat zijn meeste posts fake zijn.
Al maanden lukt het me om hem te ontwijken.
Als ik s avonds, verscholen achter de gordijnen, een auto als de zijne zie, schiet mijn adrenalinepeil naar torenhoge waarden.
Haastig check ik alle sloten en camera’s, voor, achter, op het dak.
Om te kalmeren ga ik douchen maar ik kan mijn blik niet losweken van de camera’s.

 

Toch had ik niets gezien toen ik daarnet in bed stapte en ineens de deurbel klonk: kort kort, pauze, lang lang.
De intro van het nummer dat ik niet meer kan horen: ons nummer noemde hij het:  I’m on fire.

 

Inspiratie:
Vorige week luidde de schrijfopdracht van Schrijven Online:
‘De bezoeker. Over vijf minuten komt een bezoeker waar de schrijver al ruim veertig jaar voor vreest. Hij heeft het al die tijd kunnen uitstellen, maar nu hebben ze hem gevonden.’
Mijn fantasie ging aan de haal met dit thema en zo rolde er bovenstaand verhaal uit.
Een verhaal zo beklemmend dat ik het ’s avonds laat niet graag zou lezen.
Ik schreef het overdag, de zon scheen uitbundig in mijn geruststellend bekende veilige achtertuin.

 

9-6-2025

De dag na Pasen

Dit jaar vond ik nauwelijks eieren.
Had hij misschien een Pasen overgeslagen?
Er lagen alleen wat eischaalresten tussen de opkomende pioenknoppen.
Wel waren de net uitgekomen seringtrossen versierd met gekleurde slingertjes.
Maar dat kon ook het werk zijn van kleinzoon, die bouwt wel vaker een feestje in mijn achtertuin.

 

Ik schrok dan ook toen ik de dag na Pasen de keukengordijnen openschoof: daar zat hij, met een bloedende hazenlip, op de gft-bak.
Snel opende ik de deur waarna hij kreunend en moeizaam naar mijn bank wankelde.
First things first: eerst verzorgde ik zijn lipwond en maakte een extrasterke cappuccino voor hem, met een rietje.

 

‘Peter, zo fijn je weer te zien maar wtf happened?’
Cappuccino lurkend door het rietje barstte hij los in een chaotisch verhaal over extreem hoge cacaoprijzen, pfas-fobieën, gillende kinderen en panische ouders.
Over omvergereden worden door racende fatbikes en roekeloze grijze e-bikers.
Hij zuchtte: ‘Zie hier het resultaat: een dikke lip en een geblesseerde linkerpoot. Maar hé, als ik jou zo zie, snap je hoe dat voelt?’
Opmerkzaam van hem, in een notendop vertelde ik het verhaal over míjn linkerbeen.
Hij schudde zijn kop: ‘Allemachtig, dat is ook niet niks.’

 

We besloten dat daar op gedronken moest worden, en toostten op loslaten en achterlaten waarbij het als vanouds hartstikke gezellig werd.
Ik lag dubbel bij zijn hilarische, politiek getinte paasgrappen, hij drong aan dat ik voorlas uit eigen werk en luisterde intens.
Toen het donker werd, stond hij op, pakte wankelend zijn spullen, zocht in zijn rugzak en gaf me een verfrommeld zakje: ‘Hier, die heb ik voor je apart gehouden, geniet er maar van.’
Ik bood hem mijn rollator aan: ‘Geef je hem gewoon de volgende Pasen weer terug, dan is die poot vast weer genezen.’
Even zwegen we, beseften allebei dat er het afgelopen jaar wel erg veel was gebeurd, het voelde als een voorrecht om toch nu weer bij elkaar te zijn.
Met een voorpoot op zijn hart beloofde hij: ‘Ik ga er alles aan doen om volgend jaar bij jou weer afterpasen te vieren, doe jij dat ook?’

 

Genietend van het eerste marsepeinen paaseitje (een ei variant die het verlangen naar alle andere eisoorten doet verdwijnen) beloofde ik dat.

 

 

Inspiratie voor dit verhaal was de Schrijfopdracht van Schrijven Online deze week:
Het paasweekend is voorbij, de paashaas is zowat overal langs geweest, maar nu ligt die arme stakker op je terras of balkon, helemaal uitgeput. Paashaas heeft pijn aan zijn linkerpoot, en je ziet wat bloed op zijn lip.

 

 

25-4-2025
 

Vederlicht

‘Tell me again, tell me over and over again’- uit: ‘Amen’ van Leonard Cohen

 

Hun omhelzing gloeide na toen ze met stevige pas weg wandelde.
Na een paar minuten vertraagden haar voeten als vanzelf.
Net als haar ademhaling.
Ze keek op, volgde de vlucht van een zeemeeuw, dacht aan Jonathan Livingston Seagull en wierp een kushandje omhoog.
Ze slenterde door, murmelend: ‘but I always liked it slow.’
Licht voelde ze zich, vederlicht.
Ze huppelde, zweefde, weer was de zwaarte opgelost, hoe deed ze dat toch?

 

Hun gesprekken leken luchtig, wat warme woorden, veel behaaglijke stiltes.
Maar ook deze keer was er ineens de vraag die haar deed duizelen en beseffen: als ik anders kijk, verandert de kleur van wat ik zie.

Inspiratie: de schrijfopdracht van Schrijven Online is deze week: Schrijf een kort verhaal waarbij ‘vederlicht’ een plotelement, een schrijfstijlelement of een kenmerk van een personage is.
 

 

 9-4-2025
 

Weergaloos scenario

Ondergoed, shirts en dikke sokken: opgerold aan de zijkanten.
Warme trui, dik vest en joggingbroek: strak opgevouwen in het middenvak.
Boekenweekgeschenk, Vasalis en Roland Holst en toiletspullen: binnenkant kofferdeksel.
Notitieblok, pen en puzzelpagina VK: buitenkant kofferdeksel.
Paraplu in gesp.
Leesbril, zonnebril, twee bruine broodjes overjarige kaas, dubbelzoute drop en flesje water in schoudertas.
Geld, gsm, pasjes, ovpas en bootticket in heuptas.
Ondertussen de zee al ruiken, de zon al voelen.

 

Was het maar waar.
Die natte wangen komen natuurlijk door de wind.
14-3-2025

Bankje in de polder

Hijgend ploft ze neer, sluit haar ogen en is meteen daar.

 

Diep ademt ze in, uit, luistert intens.
Eenden ruziën, meeuwen vergaderen, achter haar klinkt geritsel in het struikgewas.
De lucht voelt nog vochtig van de regen van vannacht.
Zacht blaast de wind haar winterrimpels glad, warm dempt de lentezon haar gedachten.

 

Tot een wolk voor de zon glijdt en het moment meeneemt.
Ze opent haar ogen, ziet de dichtgetrokken hemel, voelt de eerste druppels al. 
Huiverend trekt ze de rits van haar regenjas op.
Ze strekt haar rug, gaat voorzichtig staan, opletten nu: het goede been eerst.
Achter haar rollator schuifelt ze naar de keukendeur.
Net voor de bui losbarst is ze binnen.

 

27-2-2025

 

 

De schrijfopdracht bij Schrijven Online en in de Facebookgroep Ultrakorte Verhalen is deze week: Schrijf een kort verhaal waarin een bank in een park centraal staat in maximaal 99 woorden.

Antinovembermotie

Indieners: novembercritici

 

Antinovembermotie
Hierbij verzoeken wij de Tweede Kamer onderstaande motie aan te nemen en uit te voeren:
Het met onmiddellijke ingang en onherroepelijk afschaffen van de maand November door hem bij grensovergangen rücksichtslos aan te houden en toegang te weigeren.

 

Toelichting:
Al jaren gedraagt November zich als een onbetrouwbare tiran.
Vorig jaar beloofde hij, nadat wij hem herhaaldelijk aanspraken op zijn megalomane gedrag, om zijn lichtbeleid aan te passen.
In de eerste week van zijn huidige zittingsperiode leek hij die belofte waar te maken: hij vermomde zich als augustus en strooide met zonlicht.
Dat leidde tot zomers volle terrasjes en bloeiende paardenbloemen.
Ook wij tuinden hierin en genoten met volle teugen, blij dat hij onze kritiek op zijn functioneren ter harte had genomen.

 

Echter, niets bleek minder waar.
Aan het eind van zijn eerste week toonde hij gewoon weer zijn ware aard: hij verbande de zon onherroepelijk naar een plek achter de horizon en weigerde ’s morgens het licht aan te doen.
Dit veroorzaakte de gebruikelijke novemberellende zoals mist, onophoudelijke stortbuien, huilende bomen, immense overstromingen, enorme spitsfiles, kettingbotsingen.
De gevolgen waren desastreus: de donkere depressies van buiten drongen huizen, vergaderruimtes en kieslokalen binnen en veroorzaakten warrige woordenwisselingen, kwetsende discussies, vernietigende verkiezingsuitslagen, onheilspellende wetswijzigingen: allemaal bronnen voor een stormvloed aan wereldwijde crises.
De vermaning die anders nog wel eens helpt om meningsverschillen bij te sturen: ‘Doe eens normaal man’. werkte averechts want Novembers standaard reactie: ‘Doe zelf normaal man!’ fungeerde als olie op het vuur.

 

Weer verschool November zich achter zijn vaste smoes: ‘Ik zorg voor het afsterven van ongewenste aspecten en dat is nodig voor een nieuw begin en een beter leven.’
Onze actiegroep heeft deze visie de afgelopen dagen ontmaskerd als overbodige flauwekul.
Dit is onze visie:
December hanteert hetzelfde principe maar realiseert dat effectiever en efficiënter en begeleid door een veel sympathieker motto: ‘Vrede op aarde.’
In dat kader verwelkomt December eerst een per abuis dood gewaande gulle goedheiligman en een paar weken later een onschuldig kind in een kribbe met een trouwe fanclub van engelen en wijzen, uit welke windstreek dan ook.
Deze onweerstaanbare combinatie van marsepein en liefde stimuleert de zachte krachten in de mensheid: de enige pijlers voor een goede nieuwe start, voor vrede.
Deze onweerlegbare argumenten maken het onzes inziens noodzakelijk en uiterst urgent om het narcistische vehikel November per direct op te pakken en uit te zetten.

 

Nb, de opstellers van deze motie zijn geen depressieve najaarsneuroten!
Wij zijn een grote groep bezorgde burgers die, onder het motto: ‘so never mind the darkness, we still can find a way’ (uit ‘November rain’ van Guns and roses) wegen zoekt en vindt, die ons verlossen van de ellende die November heet.
Waarvan akte.

 

Steun deze motie!

 

 

 

25-11-2024

Straatje

Na de koffie haalt hij boodschappen voor de kennis die dat zelf even niet kan.
Geeft ze af bij haar, babbelt even, gaat weer op huis aan.
Pakt bezem, emmer en voegenkrabber en inspecteert zijn tuin.
Plassen, gevallen blad, nog steeds welig tierend onkruid.
Zuchtend zakt hij door zijn knieën, trekt onkruid los.
Komt kreunend overeind, veegt alles bijeen en vult de emmer.
Verzamelt langs de buitenrand van zijn tuin een bonte mix van blad, peuken en verdwaalde plastic verpakkingen.
Zo, zijn straatje is weer schoon.

 

Het helpt niks.
Als hij ’s avonds naar het nieuws kijkt, glijden weer tranen over zijn wangen.

 

18-11-2024

Gevallen

Buurvrouw Lies is gevallen zei papa onder het eten.
Ik schrok want ik vind buurvrouw Lies lief, ze bewaart haar lege flessen voor mij.
Als ik ze ophaal, mag ik altijd binnenkomen en dan krijg ik een Magnum terwijl zij de flessen verzamelt.
Als mijn Magnum op is, ga ik naar de Jumbo en dan mag ik alle euro’s houden die ik krijg voor de flessen. Allemaal!

 

Ik zei dat ze vanmiddag nog gewoon liep en ze had zo’n mooie blote jurk aan.
‘Toch is ze een gevallen vrouw’ zei papa en toen lachten papa en mama heel raar hard.

 

Inspiratie: het Woord van de week van Schrijven Online deze week (526) was: vallen

 

 
5-10-2024

Isolatie

Ze wast mijn gezicht.
Hé je vergeet mijn oren, zeggen mijn lippen.
Ze hoort het niet want er komt geen geluid uit mijn mond.
Waar is mijn stem gebleven?
Moeizaam knipperen mijn oogleden, alsjeblieft kijk: ik ben bij, ik heb dorst.
Ze kijkt niet, ze wast mijn schouders, mijn armen.
Vergeet mijn oksels niet. Zie mijn linker wijsvinger bewegen, ik heb dorst.
Ik staar, mijn ogen klampen zich vast aan haar ogen.
Het ontgaat haar, ze heeft alleen oog voor haar bezige handen.
Zwijgend droogt ze mijn vingers af, een voor een.
Haar smartphone piept, ze pakt hem, leest geconcentreerd, antwoordt meteen.

 

Ik heb zo’n dorst.

 

Inspiratie: Het woord van de week bij Schrijven Online deze week: Isolatie.
1-8-2024