Belletje trek door een bangeschijter

Eigenlijk durf ik niet maar niet meedoen leidt tot koorzang:‘Cora is een bangeschijter ‘hi ha ho, Cora is een bangeschijter hi ha ho.’
Dus sluit ik me, zo onopvallend mogelijk, aan in de achterhoede bij het clubje branieschoppers, geleid door miss Hitler.
Miss H besluit welke straat vandaag aan de beurt is.
Ik maak me klein maar toch valt haar oog op mij.
‘Jij eerst’, commandeert ze.
Ze hanteert een lijst van slachtoffers met oplopend pakrisico.
De eerste en gemakkelijkste is de dovige aardige oude mevrouw die slecht ter been is.
Mijn gemompelde ‘Dat vind ik zielig’, wordt weggehoond, ik moet eraan geloven.
Op de hoek van de straat kijkt het dadercomité kritisch toe, klaar om zich uit de voeten te maken nadat ik heb aangebeld en de deur open gaat.
Met lood in mijn schoenen kijk ik eerst of de aardige mevrouw voor het raam staat.
Ik zie haar niet en hoop dat ze niet thuis is.
Weifelend druk ik op de bel.
Er gebeurt niks.
‘Harder en veel langer’ schreeuwt miss H uit de verte.
Ik volg haar orders op en luister vervolgens vol wroeging naar het langzame ‘slif-tik-slof-tik’ van sloffen en stokken die naar de deur komen.
Pas dan maak ik me uit de voeten.
Op afstand zien we hoe de deur opengaat, mevrouw rondkijkt, ons in de verte ziet lachen, haar hoofd schudt en haar huis weer in gaat.
Gelukkig, mijn beurt is voorbij.
Maar ik juich te vroeg.
Aan het eind van de middag, vlak voor onze moeders ons binnen roepen voor het eten, moet ik opnieuw bewijzen dat ik niet bang ben.
En wel bij het meest riskante adres: hier woont een gezin waarvan de vader militair is. Als hij thuis is, komt hij gegarandeerd meteen de straat op om de boef te pakken die hem lastigvalt met belletje trek.
Panisch en schietgebedjes plegend, bel ik aan, wil wegrennen, struikel en word in mijn nekvel gegrepen door een grote harde hand.
’Zo, nou heb ik je, vind je het nou nog leuk om belletje te trekken?’
Uit mijn ooghoek zie ik dat de straat leeg is, mijn medeboefjes zijn opgelost in het niets.
Huilend roep ik dat het niet leuk is en dat het me spijt en dat ik het nooit meer zal doen.
Daar zal hij wel voor zorgen, dat ik het nooit doe, bast de reus in uniform en vraagt waar ik woon.
Het komt niet eens in me op om een verkeerd adres te noemen.

 

Hij is inderdaad aan de deur geweest.
Mijn ouders waren boos maar meer nog verbaasd.
Ongelovig, ze kenden hun bangeschijter, vroegen ze of ik dit helemaal zelf had bedacht.
Ik kreeg straf maar meer voor de vorm: de matteklopper raakte mijn schuldbewuste billen nauwelijks.

 

4-1-2016

2 thoughts on “Belletje trek door een bangeschijter

  1. O, dat gevoel van triomf bij het weer aansluiten bij de groep, als je maar eenmaal aan die bel had getrokken kon je de angst ook aan, die vervloog in het harde rennen ! Mooi gestalte gegeven, Cora!

Leave a Reply

Your email address will not be published.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.