Liefde en verlies

Psychiatrie in de jaren 70

 

Snel ruim ik na de lunch de zaal op, doe de medicijnronde, zet bloemen terug op tafel.
De meeste patiënten doen een middagdutje voor het bezoekuur begint.  
Om half drie maak ik mevrouw G wakker, help haar naar het toilet en met aankleden.
Als ik haar vertel dat haar man straks komt, wil ze haar oudroze mantelpakje aan, haar grijze pumps, haar parelketting, de gouden armband.
Voor de wastafelspiegel maakt ze zich op.
Geroutineerd pakt haar hand de lippenstift en de mascara, geconcentreerd smeert ze haar gezicht vol, doet een stapje naar achter, kijkt in de spiegel, lacht hard en begint te huilen.
Ik sus haar, droog haar tranen, veeg de lippenstift van haar wenkbrauwen en de mascara van haar mond en, terwijl we in de spiegel kijken, stuur ik haar hand.
‘Móóói’ zucht ze als we klaar zijn.

 

Precies om 3 uur opent een vriendelijke oude man de deur van de zaal, hij draagt een donkerbruin pak met een lichtbruine stropdas, pochet en manchetknopen.
Hij licht zijn hoed op en groet: ‘Goedemiddag dames, goedemiddag zuster, mag ik binnenkomen?’
Elke woensdag en zondag bezoekt hij zijn vrouw en elke keer vraagt hij beleefd of hij binnen mag komen.
Als hij voor mevrouw G staat, neemt hij zijn hoed af en buigt zich naar haar: ‘Dag lieve, wat zie je er prachtig uit, zullen we een wandelingetje maken?’
Ze staart hem aan, stoot mij aan en vraagt, als elke keer: ‘Wie is die man?’
Verdriet vlaagt over zijn gezicht maar hij wacht geduldig.
‘Uw man’, zeg ik.
Ze peinst, dan glijdt er een glimlach over haar gezicht: ‘O ja, dag lieve.’
Hij helpt haar overeind, brengt haar naar het toilet, wacht voor de deur.
Als ze de toiletdeur opent, helpt hij haar in haar jas, knoopt hem voorzichtig dicht, haalt een kammetje uit zijn zak en haalt het door haar haar, drapeert het sjaaltje tot het goed zit, geeft haar een kus op de wang en biedt zijn arm die ze gracieus accepteert.
Ze knikken naar ons, vriendelijk licht hij weer zijn hoed en groet: ‘Dag dames, dag zuster, tot straks.’
Kaarsrecht, arm in arm, in een ritme van tientallen jaren, draaien ze zich om en lopen langzaam naar de deur.
Dan pas zie ik de sliert toiletpapier, bruin besmeurd, die onder haar jas uit komt.  
Ik aarzel, ren dan geluidloos naar ze toe, grijp ongemerkt de sliert en trek er voorzichtig aan.
De rest komt straks wel.

 

Mevrouw G’s verblijf bij ons was een tussenstation tot er plaats was op de gesloten afdeling van een verpleeghuis.
Voor ze kwam werd ons, verpleegkundigen, summier iets verteld over haar achtergrond: het gegoede milieu waar ze uit kwam, haar manisch-depressieve psychose die sterk verergerde toen haar zoon zich van het leven beroofde. Hoe ze zich kort daarna voor een trein wierp. Amper op tijd werd ze weggerukt maar liep daarbij ernstig hersenletsel op dat haar geheugen en emoties diep ontregelde. Hoe lang hij voor haar zorgde. Tot het niet meer ging.
Dit voorval gebeurde vijftig jaar geleden.
Maar nog zie ik hen soms voor me.
 
3-3-2021
Een verkorte versie van dit verhaal, met de titel ‘Allerkeurigst’ , werd op 5-3-2021 gekozen als een van de vijf leukste, beste of meest opvallende ultrakorte verhalen en gedichten van week 9 in de Facebookgroep Schrijven Magazine: Ultrakorte verhalen.
 

16 thoughts on “Liefde en verlies

  1. Wat diep tragisch, jouw achtergrond informatie en wat een ontroerend verhaal.
    Mooi en respectvol geschreven.

  2. Wat een ingrijpend verhaal, prachtig geschreven hoe hij met haar omging en tegelijkertijd is dit zo verdrietig.

  3. Je hebt me alweer een brok in de keel bezorgd, Cora. Rauw en schrijnend, en tegelijk zo liefdevol beschreven…

Leave a Reply

Your email address will not be published.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.