Vaarwel

Nawoord van een bureaustoel op het Hoornse strand

 

 
Doorgezeten vond hij me en ik knerste zei hij.
Natuurlijk heeft hij gelijk: mijn roze zitting oogt nog redelijk maar tientallen jaren rondjes draaien onder kantoorkonten hebben hun sporen achtergelaten.
Het hinderlijkste werd het steeds vreemdere geluid dat uit mij opsteeg als hij op me ging zitten.
Daar schrok ik zelf van maar hij nog meer: vaak schoot hij dan vloekend overeind en knoeide koffie op mij en de pc op zijn bureau.
En koffie in mijn binnenwerk, dat maakte mij roestig en het draaien steeds moeizamer, op en neer gaan lukte me al eeuwen niet meer.
Kortom: na jaren trouwe dienst naderde mijn einde.

 

Wandelaar: ik zie uw vragende blik: hoe ben ik hier beland en niet bij de afdeling grof vuil van het afvalstation?
Daar heeft hij voor gezorgd, hij is een groot voorstander van waardig ouder worden en stoelwaardig sterven.
Hij vroeg me wat ik wilde, nou dat wist ik wel!
Altijd als ik kreunde onder draaikonten droomde ik van een stil strand waar ik langzaam opga in de elementen .
Zoals vroeger bij de Indianen een oudere die zijn einde voelde naderen, zich afzonderde op een stille plek op een berg en daar de natuur zijn gang liet gaan.

 

Hij begreep me en bracht me naar de vloedlijn van het Hoornse strand op Terschelling.
We namen innig afscheid, toen liep hij, steeds omkijkend en zwaaiend, weg.
Ik weet niet hoe lang ik hier ben en zal blijven want het eerste wat van me afviel, was de tijd.
Met mijn vier poten verankerd in het zand waai ik met alle winden mee en word één met de zon, de maan en de getijden.

 

Zou Vasalis dit bedoelen toen ze schreef:
‘Het werd, het was, het is gedaan’?

 

 

24-3-2017
(het citaat komt uit de laatste bundel van Vasalis: ‘Sub finem’, het gedicht ‘De oude kustlijn.’)

10 thoughts on “Vaarwel

Leave a Reply

Your email address will not be published.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.