Leeuw in de gang

Een verhaal voor Marianne K. over hoe wij zestien jaar geleden samen een leeuw verjaagden.

 

Buurvrouw brengt haar jongste bij me, ze moet even met haar oudste op pad.
Marianne, drie jaar, kijkt rond, grasduint tussen mijn oude kinderboeken, pakt: ‘Ik wil een leeuw’, kruipt bij me op schoot en gebiedt: ‘Voorlezen!’
Zo gezegd zo gedaan.
We zijn halverwege als ze me onderbreekt: ‘Vannacht was er een leeuw in onze gang maar mama zei dat ik hem droomde. Waar is jouw leeuw?’
Net op dat moment kraakt in mijn gang een traptree.
Ze verstijft, kruipt dichter tegen me aan en fluistert: ‘Daar is hij!’
Mijn voorstel om samen te kijken wordt resoluut verworpen.
Gelukkig weet ik dat mijn leeuw niet tegen zingen kan.
Dus zingen we, met dank aan André van Duin, luidkeels: ‘Er staat een leeuw in de gang.’
De gang zwijgt.
Ze pakt mijn hand, samen lopen we naar de gang en kijken onder de trap, achter de kapstok, in de wc.
Opgelucht constateert ze: ‘Hij is weg.’

 

Als even later broer Douwe zijn zusje komt ophalen, vertelt ze hem over de leeuw in mijn gang.
Douwes ogen worden groot, een leeuw in de gang van de buurvrouw, dat is spannend!
Meteen loopt hij door naar de gang, dat wil hij wel eens zien!
Teleurgesteld komt hij terug, er is helemaal geen leeuw.
‘Nee’, zegt Marianne trots: ‘die hebben wij weggejaagd.’
Douwe fronst zijn wenkbrauwen, hier klopt iets niet.
Dan haalt hij zijn schouders op, een leeuw die er niet is, daar kan hij niks mee.

 

herschreven 7-4-2021

 

Een eerdere, verkorte versie van dit verhaal werd op 27-4-2018 gekozen als een van de vijf meest opvallende ultrakorte verhalen en gedichten van week 16 in de Facebookgroep Schrijven magazine Ultrakorte verhalen.

5 thoughts on “Leeuw in de gang

Leave a Reply

Your email address will not be published.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.