Huisgenoot

Ongepland en ongewild zwanger was ik van haar.
Ruim een jaar.
In een warme nacht, begin september, werd ze geboren.
Het was een zware bevalling die me uitgeput achterliet met een dwingeland die vanaf toen maandenlang, dag- en nacht, zeurde of gilde om aandacht.
Als ik huilde was ze stil.
Maar soms had ik geen zin in huilen en gooide ik haar in mijn kelder, draaide de deur op slot, smeet de sleutel in de struiken en ging weg.
Elke keer weer ontsnapte ze en zocht koppig net zo lang tot ze me vond.
Dan klampte ze zich aan me vast, annexeerde mijn hoofd, mijn hart, mijn leven.
Tot de dag dat ik toegaf, ging zitten en luisterde naar haar.
Toen begreep ik: ze is een blijvertje.
Het moest maar.
Ik maakte plaats voor haar in mijn huis en in mij.
In de jaren daarna wenden we aan elkaar.
We vergroeiden, zij liet me af en toe met rust, ik leerde luisteren naar haar en erkende dat ze vaak gelijk had.

 

Achttien wordt Rouw dit jaar, begin september.
De afgelopen jaren ging ze puberen, was soms lief, soms dwars.
Als ze me uitschold, berispte ik haar.
Dat doet ze nu niet meer.
Ze maakt zich los, verdwijnt steeds vaker, een nacht, dagen, weken.
Dan ben ik opgelucht.
Nee, ik maak me geen zorgen om haar.
Ze komt namelijk altijd terug.
We zijn van elkaar.

 

9-6-2019

2 thoughts on “Huisgenoot

Leave a Reply

Your email address will not be published.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.