Mansplaining

De dag dat haar collega zich opnieuw ziek meldt en ze beseft dat haar structureel overwerken dus nog langer zal duren, knapt er iets in haar.  
Het antwoord van het bestuur op haar verzoek om ondersteuning kan ze onderhand dromen: de middelen voor ziektevervanging zijn beperkt, de subsidiënt voorziet daar niet in en de eigen reserve is bestemd voor calamiteiten.

 

Als ze verslagen in de trein naar huis zit, flitst de gedachte ineens door haar heen: je kan het oplossen op de oude manier maar misschien is er een andere aanpak: is het na tien jaar niet eens goed om te kijken naar een andere functie?

 

Thuis legt ze de tegenvaller op tafel, en haar oplossingen: wéér een lange periode van structureel overwerken of die andere stap: een nieuwe baan.
Ze zijn er snel uit, dit is het moment om een volgende stap te zetten.
Een andere baan zoeken en dan opzeggen of  …
Ze besluiten de volgorde om te draaien: ze neemt nu ontslag en zal daarna kijken naar een andere baan.
De opluchting die ze voelt als ze haar ontslagbrief schrijft, is veelzeggend: dit is een goed besluit.

 

De dag daarna stappen twee bestuursleden haar kantoor in, de ene gaat tegenover haar zitten, haar brief in de hand.
De ander blijft staan, kijkt op haar neer.
Met ernstige gezichten zeggen ze dat ze haar onverwachte ontslagaanvraag als directeur betreuren.
Dan fronsen ze, wisselen blikken uit en vragen haar:
‘Weet je wel dat je geen ww krijgt als je zelf ontslag neemt?’
De ene pakt het cao-boekje en bladert erin, wijst iets aan: ‘Zie je wel?’
Verbijsterd zegt ze dat ze dat uiteraard weet.
Weer die blik tussen hen.
Dan vraagt de staande, neerkijkend op haar: ‘Weet je man wel dat je ontslag hebt genomen?’
Ze gelooft haar oren niet, vraagt: ‘Hoe bedoel je?’
Hij herhaalt de vraag en voegt er aan toe: ‘Vindt hij het goed?’
Wàt?
Woede vlamt op in haar, ze schiet overeind, zit kaarsrecht, haalt diep adem.
Met vlammende ogen zegt ze dat dit uiteraard een gezamenlijk besluit is maar so wie so geen gespreksonderwerp hier.
Als ze ziet dat ze haar willen onderbreken, vervolgt ze met haar visie op de afronding van haar taken en haar afscheid van de organisatie.
Ze luisteren zwijgend, wisselen af en toe weer die blik.
Als ze is uitgesproken staat ze op en opent de deur voor hen.

 

Haar afscheid een paar maanden later is hartverwarmend.
Er worden gedichten voorgedragen, dierbare en hilarische herinneringen opgehaald,  een lied gezongen, ze krijgt een herinneringsboek en wordt bedolven onder warme woorden.
Aan het eind, haar man trots naast haar, bedankt ze vrijwilligers, staf en bestuur geëmotioneerd voor dit prachtige afscheid.
Meldt terloops dat ze een andere baan heeft maar dat ze hen en haar tijd hier nooit zal vergeten.

 

 
Maart 2021:
Vrouwelijke ministers en staatssecretarissen melden in de media dat ze in vergaderingen regelmatig in de rede gevallen of afgekapt worden, vaker dan hun mannelijke collega’s en meestal door premier Rutte.
Soortgelijke voorbeelden volgen uit andere sectoren.
De term mansplaining valt: een man die iets op een neerbuigende manier aan een vrouw uitlegt.

 

 
Ze leest het en glashelder verschijnt op haar netvlies de scene met de twee bestuursleden in haar kantoor, ruim twintig jaar geleden inmiddels.
Dat was het!
Er is een woord voor!

 

 
11-3-2021
 

6 thoughts on “Mansplaining

  1. Je hebt dat akkefietje heel goed afgehandeld Cora, mijn complimenten!
    Wat zou het mooi zijn geweest als je toen ook nog fijntjes had kunnen opmerken “Het lijkt erop, dat ik te doen heb met mansplaining en daar wil ik niks mee te maken hebben. Goedemiddag heren”
    Makkelijk zat hè van mij, zo achteraf😉. In the time beïng deed jij het al geweldig! Ik had hun gezichten weleens willen zien😂

Leave a Reply

Your email address will not be published.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.