Taal

 

Zoemen is zingen.
Wegrennen is samen spelen.
Stemmen begrijpt hij, woorden niet.
Strelen stemmen dan ontspant hij, lachen ze dan glimlacht hij, schreeuwen ze dan schrikt hij en krimpt ineen.
Schaterhikkend regisseert hij plonsorgiën in bad.
Afdrogen is knuffelen.
Hij giechelt als ik zijn tenen droog, plant kusjes op mijn kruin en mijn ziel als ik gehurkt hem zijn sokken aantrek.
Spelend in de zon ziet hij zijn schaduw.
Verrukt klapt hij in zijn handen, danst op de muur: ‘Zie Louk!’
Gisteren of morgen kent hij niet.
Hij danst in de zon en zwaait naar zijn schaduw.
 
28-2-2018

6 thoughts on “Taal

  1. Ik pink even een traantje Cora. Door al jouw verhalen over Louk is het alsof ik hem ken. Dank daarvoor.

Leave a Reply

Your email address will not be published.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.