Chagrijnige matmonoloog

Zes jaar lig ik hier, dat is in mensjaren zeker zestig, maar in al die jaren ben ik nooit zo behandeld als afgelopen zondag.
Ik kan wel wat hebben, maar zelfs míjn absorptievermogen kent grenzen.
Dat weet ze best maar als dat mannetje er is, vergeet ze dat.
Hij hing tijgerknuffels in de boom toen die wolkbreuk losbarstte.
Binnen een minuut stond zij binnen en zwaaide vanachter het raam naar het mannetje.
Die ving druppels op zijn tong, banjerde tussen de druipende struiken, stampte lachend in de plassen.
En zij binnen maar foto’s maken van hem, ‘zijn vader hield ook zo van regen’ hoorde ik haar zeggen.

 

Toen ze hem eindelijk riep, schreeuwde hij eerst: ‘niet!’ maar voor haar patat kwam hij toch naar binnen.
Ik zette me schrap, incasseerde golven water toen hij zich uitschudde en zijn jas op mij liet vallen.
Springend schopte hij zijn laarzen uit en uit allebei stroomden vloedgolven.
Uit alle macht probeerde ik alles op te vangen maar het werd nog erger.
Ze zei: ‘goed zo, je springt met allebei je voetjes tegelijk.’
En toen stampvoetten ze samen op mij en zongen: ‘het regent, het regent, de pannen worden nat!’   

 

Pas toen het mannetje was opgehaald, had ze weer oog voor mij.
Maar in plaats van excuses, lachte ze ‘wat een heerlijke dag.’
Ik zal haar krijgen.
Vanaf zondag lek ik door mijn haarvaten onopvallend maar gestaag dikke druppels op het laminaat onder mij.
Het verkleurt al en langzaam ontwikkelt zich een penetrante geur op mijn onderkant.
Wacht maar tot die mijn bovenkant bereikt.
Kijken of ze daar ook om lacht.

 

 
10-7-20
In het kader van weekopdracht 306 van Schrijven Online, 7-7-20: goed schrijven betekent ‘out of the box’ denken: beschrijf een fragment uit het leven van een voorwerp dat je ziet.

4 thoughts on “Chagrijnige matmonoloog

Leave a Reply

Your email address will not be published.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.