Ongemakkelijk

Op station Utrecht drukt de omroeper reizigers op het hart om goed op hun eigendommen te letten: er zijn zakkenrollers gesignaleerd in treinen, op de perrons en in de stationshal.
Ik verplaats mijn rugzak van mijn rug naar mijn buik, controleer alle ritsen en gespen en vouw mijn armen om de bult.

 

Op weg naar Amsterdam komt een gezette man in een slecht passende morsige broek en trui, een geel petje op zijn hoofd, de coupé in.
Zijn indringende blik fixeert om de beurt elke reiziger terwijl hij zwijgend een vlekkerig briefje aanbiedt.
Niemand neemt zijn briefje aan, alleen het meisje naast me.
Als de man is doorgelopen, leest ze het hardop voor, haar stem klinkt ongelovig: ‘Een dakloze vluchteling die geld wil voor eten voor zijn gezin? Zou dat echt waar zijn?’
Mensen kijken zwijgend weg, iemand haalt zijn schouders op, een ander mompelt: ‘Natuurlijk niet.’
De treinomroeper bevestigt het wantrouwen: ’Er is een bedelaar in deze trein, hij draagt een geel petje, geeft u hem alstublieft niets want dan is het eind zoek.’

 

Na Zaandam kijkt de man tegenover me op van zijn krant, wijst naar een foto: ‘Is hij al gepakt?’
Ik herken de foto die al een paar dagen in de media circuleert: het vriendelijke open gezicht van een jongen, geen balkje voor zijn ogen, zijn naam voluit.
Onder de foto het dringende advies aan het publiek om goed op te letten en als je deze ontsnapte vuurwapengevaarlijke crimineel ziet: spreek hem vooral niet aan, blijf uit zijn buurt en bel meteen 112.
En o ja: hij verplaatst zich per trein.

 

Toch kwam ik heelhuids aan in Castricum.

 

30-10-2023

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.