Narcissen

Aan het eind van een zonnige dag doe ik nog even boodschappen.
Een paar bosjes narcissen, nog in knop, felrode tulpen, heerlijk, ze zijn er weer, de lentebodes.
Als ik aansluit voor de kassa, hoor ik een man voor me met grote armgebaren schreeuwen tegen de kassière.
Zacht en rustig praat ze tegen hem.
Vergeefs, hij stapt uit de rij en beent woedend weg, ondertussen haar toebijtend: ‘Reken maar dat jij hier nog van gaat horen, fijn weekend!’
Ze groet hem gelaten: ‘Dag meneer, u ook een goed weekend.’
Gaat door met haar werk: ‘De volgende?’
De mevrouw voor me in de rij roept naar haar: ‘U stond helemaal in uw recht hoor, zo arrogant als die man was, wat een eikel.’
De kassière glimlacht en werkt rustig door.
De vrouw draait zich om naar mij: ‘Die man, dat is net mijn schoonzoon, dat type, zo een die altijd denkt dat hij gelijk heeft.’
Mijn zwijgen moedigt haar kennelijk aan: ‘En weet u welke nog erger zijn? Narcissen! Daar heb ik een lezing over gehad, die zijn nog veel erger.’
 
21-12-2017

Leave a Reply

Your email address will not be published.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.