Grand Prix Zandvoort 23 juni 1974

Goed nieuws voor Grand Prix-liefhebbers: na 34 jaar komt de Grand Prix Formule 1 weer naar het circuit in Zandvoort!

 

Dit was groot nieuws vorige week.
Het bracht me even terug in de tijd:  
Op 23 juni 1974 kwam een oude droom van man uit: wij samen naar de Grand Prix.
Dan zou ik eindelijk zien en begrijpen wat voor fenomenale, spannende sport Formule 1-rijden was.
Ik wilde wel mee, want inderdaad, ik begreep weinig van zijn adoratie voor de autosport.
Hij praatte me grondig in, legde de regels uit, vertelde welke coureurs belangrijk waren.
Zodat ik besefte waarom Niki Lauda geniaal was en James Hunt, Graham Hill en Emerson Fittipaldi bij de top hoorden.
En dat de enige Nederlandse rijder, Gijs van Lennep, goed was maar nog niet bij de top hoorde.

 

Op 23 juni brachten we oudste naar opa en oma in Santpoort Zuid en reden naar het circuit van Zandvoort.
We installeerden ons op een, door man zorgvuldig uitgezochte, plek, dicht bij een cruciale bocht zodat we de race goed konden volgen.
Het was warm, stilletjes hoopte ik dat we na afloop nog even naar het strand konden.
Het liep anders.

 

We stonden dicht bij het hek.
Zo ingewijd als ik was in de regels en de coureurs, zo onvoorbereid was ik op de stofwolk van bolides die vlak voor mijn neus voorbij raasde in een geluidsexplosie van brullende motoren, gierende remmen en opgewonden onverstaanbare luidsprekerstemmen.
Tegelijkertijd schreeuwde man in mijn oor en wees, of ik zag dat … voor lag, dat … er niet meer bij zat, dat … verkeerd inhaalde.
Ik stond verstijfd, zag niets, herkende niemand, wilde alleen maar weg.
Liefde is blind, dat is bekend, maar waarom niet doof?
Dan had ik het vast wel volgehouden.

We vonden een compromis:
In het vak waar we zaten, zocht ik de hoogste plek, het verst van de race vandaan.
Man de laagste plek, vlak bij het hek.
Met mijn vingers in mijn oren en een boek op mijn knieën, probeerde ik me af te sluiten van deze geluidshorror, hopend dat het snel voorbij zou zijn.
Man stond bij het hek, maakte foto’s, genoot.
Af en toe zwaaiden we naar elkaar.

Ik hield het vol maar nee, na afloop gingen we niet naar het strand.
Met een stijve nek, tuitende oren en een knetterende koppijn wilde ik alleen nog maar naar huis.
Duidelijk was dat zijn missie grandioos was mislukt: ik was niet vatbaar voor het Grand Prix-virus.
Onbegrijpelijk vond hij dat, maar alla, er stond genoeg tegenover.
Ik hield van andere dingen.
Zo gingen we een paar weken later naar het sprookjesbos in de Efteling.
Ik genoot.
Hij ook wel hoor.
Maar vooral omdat ik het zo leuk vond.

 

20-5-2019

Leave a Reply

Your email address will not be published.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.