Mijnheer Tulp

Psychiatrie in de jaren 70
 
Net negentien was ik en ik werkte op paviljoen drie, het mannenpaviljoen, als tweedejaars leerling psychiatrische verpleegkunde.
Daar verbleef mijnheer Tulp, al jaren.
Waarom hij hier al jaren was en waarom er in relatie tot hem nooit gesproken werd over therapie gericht op genezing en naar huis gaan, bleef mij lang onduidelijk.
Mij werd verteld dat hij lang geleden was opgenomen met de diagnose manisch depressief maar door zijn lange opname zodanig was gehospitaliseerd dat teruggaan naar de thuissituatie al lang geen optie meer was, ook omdat hij geen huis en geen familie meer had.
Van manisch of depressief gedrag was geen sprake meer: ik zag een lieve oude diabeet, die tevreden zei: ‘Ik heb het goed hier.’
Twee keer daags werd bij hem bloed geprikt en insuline gespoten.
Een uitkomst was dat voor ons, leerling-verpleegkundigen die, na eindeloos oefenen op sinaasappels, ‘prikpunten’ moesten halen voor het onderdeel Verpleegkundige Handelingen in ons praktijkboekje. Het was lastig om aan die punten te komen omdat er in de psychiatrie nou eenmaal lang zoveel niet geprikt werd als in een algemeen ziekenhuis.
Goeiig fungeerde mijnheer Tulp als oefenobject.
Nooit klaagde hij als beginnelingen mis prikten en hij vol bloeduitstortingen en pleisters zat.
Het was de hoofdbroeder die soms ingreep: ‘Gaan jullie nou maar weer even sinaasappels martelen.’
 
De definitie van Hospitalisatiesyndroom: gedragsverandering als gevolg van langdurige opname waarbij persoonlijke gewoonten en sociale contacten sterk verminderen of zelfs verdwijnen.
6-7-2017

 

Leave a Reply

Your email address will not be published.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.