- Afstand
Vaak wandel ik in het polderbos aan de rand van het dorp, genietend van deze virusvrije oase in lentepracht.
Geen vuiltje aan de lucht zou je denken.
Dat klopt.
Meestal.
Op ...
- Tovertaal
Hij heeft geen weet van zijn dwarse DNA dat
woorden onbegrijpelijk maakt, vraagt nooit waarom,
componeert zijn dag rond de klank van mijn stem, de stand
van mijn mond, de ...
- Woordenwasser
Aan mijn bureau voor het raam worstel ik met een gedicht.
Iets met vroeger, voorbij, verloren, verdriet.
Hoe verwoord ik dat zonder clichés, zonder herhalingen?
Als ik een synoniem zoek ...
- Kaart
We praatten over vroeger, kwalen, kinderen.
Haar nuchterheid en mijn ironie maakten het leven behapbaar.
Nuchter bleef ze, tijdens onderzoeken, na het slechtnieuwsgesprek.
Ik weifelde, ging toch naar haar toe. ...
- Coronalente
1960
Oma leunt op het tuinhek, aan de andere kant hangt de buurvrouw haar was op.
Ze zeggen woorden die ik niet ken.
Ik pak mijn knikkerzak en ga naar ze ...